groter "en groter wordt) aangegeven tijdschrif- ten, hebben de samenstellers weer verschillen- de bijdragen opgenomen uit tijdschriften en jaarboeken, die niet aan het vak of de aan- verwante vakken gewijd zijn. Zeer lofwaar- dige en rentegevende gewoonte. Maar nu is het wel te betreuren dat deze publicaties-zelf nergens op het spoor te komen zijn. Soms blijft wel een artikel in het geheugen hangen, zonder dat men zich titel of auteur herinnert, terwijl het tijdschrift gekend blijft. Daar staat men dan reddeloos verloren. Inlassing van die toevallige bronnen niet onaanzienlijk in getal — zou veel plaats opèisen. Is het dan niet mogelik achter de Sigellijst een aparte lijst samen te vatten, in kleine letter, en zonder kolomsehikking, zoals de Haagse leeszaal de registers heeft opgevat in haar nieuwe catalo- gus? In het corpus zou een leesbare” verkor- ting dan wel volstaan. Bij de bespreking van een bibliografie kan men niet te werk gaan als gewoonlik. Lezen doet men zulk werk niet. Men slaat het hier en ' daar op, .snuffelt bepaalde posten na. Als men weet —■ zoals het hier het geval is -—, dat men er een goed kameraad aan heeft, dan stelt men het op de schap, vlak bij de hand. En dat gebeurt. Daarmede is dan alles — maar ook het allerbeste — gezegd. Wij menen dan ook? omdat het werk zo voortreffelijk is----een paar zaken in de aandacht te mogen, stellen. In afd. 1 1 5 C wordt het Titelrepertorium van het A. S. K. B. ver- meld als gevende werken behorende tot het Nederlandse taalgebied. Is dat wel juist ? Ik verkies de afd. 1 1 5 A. € Boekengids » ~ en « De Bibliothecaris » vielen dit jaar weg. Prof. Huizinga’s bijdrage voor « Het Boek in 1932 » is nergens te vinden. Zij handelde nochtans over het boek als cultuurelement. Van Van Tichelen’s werk « Voor het kinder- boek in Vlaanderen » (De Sikkel) geen spoor. Ik weet niet of het maandblad van de firma « Linotype beige » in de afdeling « Drucktech- nik » geheel onmisbaar is. Het tijdschrift «Ju- gendscbriftenwarte» dat heel veel invloed in Duitsland heeft, als orgaan van de «Vereinig- ten deutschen Prüfungsausschiissen für Jugend- schriften» missen wij. Het Weense « Philobi- blon » eveneens, alhoewel dat maandschrift toch vervolgartikels geeft, die ons intèresseeren kunnen onder bibliografieS opzicht. Het voor- lopig verslag van het I. I. C. I. werd opgeno- men in VI, II, maar waarom de rapporten niet afzonderlik opgenomen in VII ? Een van de rapporten, dat afzonderlik verscheen, staat er tóch al ! . , Achten de samenstellers het niet gewenst de Brinkman I, 10, eveneens te vermelden onder 1,3 België? Op blz. 11 van bet Int. Jahres- bericht wordt er zelfs op gewezen, dat Brink- man 1926-30 een onderafdeling voor Belgie heeft ingevoerd, waarvan op blz. 4 nochtans geen spraak is ! Zelfs een verwijzing moest achterwege blijven. Dat er een kleine drukfout geslopen is in de aanduiding van de pagineering bij de inhouds- opgave (kolom 1 29j weten de uitgevers wel- licht reeds. Dat het Int. Tahresb'ericht de bewondering wègdraagt is een feit. Dé korte vergelijkende nota’s verraden een zo grote ad rem gehou- den belezenheid, dat men er heel eenvoudig zijn hoed moet vóór afnemen. Dit jaar tóch kregen weeral 250 publicaties hun beurt. Het kursief onderscheid in het register vergemak- kelijkt de opzoekingen. Kan aan kursief-druk niet gedacht worden voor de Intern. Bibliogr, met het oog op onderscheid tussen auteurs en titelopgaven ?~ En zo wachten wij weer — met- heel yeèl vertrouwen — op de publicaties van 19 3 4-. 50 Jahre Zentralblatt für Bibliothekswesen. Erstes Heft des Jubilaumsjahrganges. Heft 1/2. 232 S. m. 6 Tafeln. Leipzig, Harras- sowitz, 1933. Twee jubilea werden dit jaar gevierd in ons wereldje. Onze Nederlandse collega’s traden hu|n 25e leeszaalbewegingsjaar in en naar aan- leiding daarvan kwam een dik boek op de markt" van de hand van dr. Grève, dat we later bespreken zullen. En Duitsland kan wij- zen op het 50jarig bestaan van het ZfB, dat gevierd werd door de publicatie van een inter- nationaal jubelnummer, waarin elke bibliöthe- conomiese bedrijvigheid haar weerklank vindt. Ah ! Het is wat een interessant nummer geworden, dat zoveelste Heft van. het met de drie beroemde letters te noemen ZfB! En moet er een beter bewiis geleverd worden van de onmisbaarheid (nu nog-) en de degelikheid van het materiaal in deze jaargangen verza- meld, dan het intekenbiljet op de volledige herdruk van AL de verlopen jaargangen dat Harrassowitz in deze aflevering stak ? Dat is toch wel een unicum., . Nu • wie in de wereld van boek en biblio- theek kent het karakteristieke fractuurlettertje niet, waaruit de hoofding gezet is, en dat eveneens gebruikt werd voor de titel van het standaardwerk « Handbuch der Bibhotheks- kunde » ? En overbodig moet het heten hier de lof te zingen van het « Centralblatt » (op zijn ouds) en'het Zentralblatt (op zijn nieuws) , ware het niet, dat het hoofdartikel van het Tubef-Heft, van Georg Leyh, over .« Tradition und Ziel » de aandacht verdiende, boven al de andere bijdragen- . , Daarin toch worden de gangmakers van de beweging herdacht (Hartwig en uitgever Har- rassowitz) en verschijnt ten tonele al wat op het qebied naam heeft in Duitsland. Want deze geschiedenis loopt paralleel met de ontwikke- lingsgeschiedenis van het Duitse bibliotheeks wezen in al zijn uitingen, zoals ook het bij- 67