ISIDOOR TEIRLINCK Het is de naam van een zeer stille in den lande.... Kalm en gemoedelijk leeft hij thans in het deftige burgershuis op de Albert-laan, aan den uitkant der roezemoezende hoofd- stad. Gaarne komen de vrienden hem er een uurtje aan de praat houden, en ’t valt allen dadelijk op hoe vader Teirlinck wordt ver- afgood door zijn kinderen en kleinkinderen, onder wie de zoon Herman, de begaafde romanschrijver, gewis voor niemand van ons een onbekende is. Niet waar, hetzelfde mag gerust ook van vader Teirlinck worden beweerd ? Want het lezend publiek in Vlaanderen grijpt steeds nog met gretige hand naar zijn belletristisch werk : de boek bewaarders onzer volks- bibliotheken zullen dit wel bevestigen. Verder noemen vakmen- schen — folkloristen en taalkundigen — hem met den meesten eerbied : zij schatten hem hoog om zijn kennen en kunnen en geen één die hem niet zou waardeer en als een van de fijnste gees- ten in onze gouwen, gelijk ik dichter Karei van de Woestijne hem eens hoorde prijzen. Isidoor Teirlinck werd den 2 Januari 1851 te Zegelsem, bij Oudenaarde, geboren. Opgeleid voor onderwijzer, behaalde hij zijn diploma aan ’s Rijks Normaalschool te Lier, alwaar nog meer leerkrachten werden gevormd die hebben gearbeid tot heil van hun Vlaamsche volk en thans nog hun jonge ambtgenooten als toonbeeld kunnen worden gesteld. Achtereenvolgens stond hij te Cherscamp, Drogenbosch en Sint-Joost-ten Oode; ten jare 1875 reeds werd hij benoemd tot regent in de wis- en natuurkunde aan de stedelijke normaalscholen te Brussel en bleef in die hoedanigheid werkzaam tot in 1909, als wanneer hij met pensioen ging. Het uur der rust had geslagen na lange jaren van onverdroten arbeid. Het werd, voor vader Teirlinck, de gelegenheid tot aan- groeiende wetenschappelijke produktie. Immers, Isidoor Teirlinck is het pad gegaan, dat meer dan een vooraanstaande Vlaming volgde. Aanvankelijk meegelokt door de