Full text |
Maar hier te lande zijn er ook opwerpingen. De beoefenaars van toegepaste
wetenschappen zijn niet tevreden dat v.d. H. zich vooral wou bepalen tot de oudere
boeken en terzij liet wat de hedendaagsche technische wetenschap vooral wenschte :
in kennis gebracht te worden met het bestaan van moderne wetenschappelijke werken,
anders gezegd, de wetenschappelijke actualiteit, in de belgische bibliotheken, iets wat
v.d. H. —i misschien wel wetens en willens uit het oog verloren had. Stellig
beoogde v.d. H., die voor het moderne boek slechts een matige belangstelling koesterde,
met zijn voorstel de vooruitgang van wat hem het nauwst aan het hart lag : zijne
Bibliotheca Belgica, die voor doel had het bibliografisch. beschrijven der boeken, o.m.
in de Nederlanden verschenen vóór 1 800.
Hij had genoeg ondervonden wat moeite het hem kostte om al de drukken te
vinden, die hij voor zijne beschrijvingen noodig had. Misschien voorzag hij reeds op
dit oogenblik dat hij alle mogelijke middelen njoest te baat nemen, wilde hij toch
een deel van zijn onderneming verwezenlijken. Gansch ingenomen met zijne B. B.
scheen hij dan ook het argument van de «scientisten» niet al te ernstig op te nemen.
Hij tracht dit eenvoudig van kant te schuiven en wil zijne tegenstrevers paaien met
te zeggen dat men wel eene formule zal vinden om iedereen tevreden te stellen.
Het middel lag nochtans voor de hand, en het is verwonderlijk dat de scherp-
zinnigheid van V.d. H. hem hier in den steek gelaten heeft. /Hij hoefde zijn voorstel
slechts te 'splitsen. Het aanleggen van twee catalogi zotr beide partijen bevredigd
hebben : één van de werken in bezit der boekerijen vóór een bepaald datum, een andere
die de aanwinsten zou brengen.
Na deze laatste mededeeling is zwijgen de boodschap en V.d. H. roert niet meer.
De oprichting van het Brusselsch «Office international de Bibliographie» was
misschien wel niet vreemd aan zijne houding. Immers dit Office stelde zich voor een
algemeen Repertorium te maken van de wereldliteratuur, vooral van de meest moderne.
Het wou dit apparaat van steekkaarten, Volgens het ons allen bekend model, syste-
matisch geklasseerd naar het decimaal stelsel, ten dienste stellen van geleerden en na-
vorschers. De oprichters van het Office hadden ruime ondersteuning gevonden bij de
Belgische regeering, en juist in 1895 — jaar waarin V.d. H. zijne tweede mede-
deeling deed —r kwam de eerste internationale bibliografische Conferentie bijeen.
Dat de leiders van het Office, die ook de ziel waren dier Conferentie, met leede
oogen de pogingen van V.d. H. aanzagen, lijdt geen twijfel. Indien het voorstel
van den Gentschen bibliothecaris* vooral het eerste, dat van 1893, in aanmerking
genomen werd, en een praktische- uitwerking had, ging zeker de versnippering komen
van de subsidies. Ten slotte zouden beide instellingen er den weerslag van gedragen
hebben, en ging het uitloopen op konflikten, die voor beide noodlottig moesten worden.
Voor twee ondernemingen van dat slach was er geen plaats.
Wat er ook van zij, we stellen vast dat na 1895 V.d. H. geene pogingen
meer aanwendt. Het « Répertoire bibliographique international » dat in de bedoeling
van de promotors van hét Office (inmiddels nam dit de naam aan van Institut inter-
Ó2 |