>Nu wij over den «Zebedeus” spreken, herinner ik mij weer een van mijn laatste gesprekken met S. L. van Looy. Hij had het over den «Zebedeus” en over de mo- gelijkheid om, des schrijvers hartewensch vervullende, op diens zeventigsten verjaar- dag een monumentale jubileum-uitgave van het complete werk, dat dan met alle bijlagen ten minste drie kapitale deelen zou beslaan, tot stand te brengen. VARIA Het dure drukken De bekende Parijsche uitgever Henri Jouve heeft over de kwestie van het dure drukken, een brochure geschreven waardoor het voor arme studenten onmo- gelijk wordt hun proefschriften in druk te brengen, hetgeen noodzakelijk is voor het bekomen van het doctoraat. Jouve stelt voor de stichting van een fonds, of zooals hij het noemt een « ban- que philantropique avec prêts d'honneur’. Men zouop deze wijze de drukkosten van de studenten overnemen en deze zou- den later, wanneer zij een positie gevonden hebben, het verschuldigde aflossen. Een Ìtaliaansch oordeel over de Nederlandsche Poëzie « La Spettatore » (Rome) N°. | brengt een artikel van Dr Giacomo Prampolini over de Nederlandsche poëzie, voor welke hij aandacht en sympathie vraagt, omdat hij ze als een der belangrijkste uitingen van het Europeesche geestesleven be- schouwt. Meteen enkel woord gaat Prampolini de Nieuwe Gidsbeweging na en noemt als de bijzonderste dichters uit de période Kloos, Verwey, Van Eeden, Swarth en Gorter, dan kiest hij onder het dadelijk daarop volgend geslacht ook werkelijk de drie groote figuren : Boutens, Henriette Roland Holsten J. H. Leopold, terloops noemt hij als een meer populaire bijfiguur Adama van Scheltema en in tegenstelling met dien Speenhoff, « de authentieke po- pulaire zanger”. Onder jongeren erkent hij A. Roland Holst, Geerten Gossaert, J. C. Bloem, P. N. Van Eyck, Th. van Amei- de,Jan Prins, Aart van der Leeuw en Alex. Gutteling. Terwijl hij onder de laatst ge- komenen in het bijzonder citeert, M. Nij- hoff, J. G. Danser en Albert Besnard. De zeer goede karakteristieken worden afgewisseld met vertalingen van gedichten van Heélene Swarth, Henriette Roland Holst, Boutens (o. a. « Goede Dood ”) en art van der Leeuw. Eigenaars-rijmpjes In de laatst-verschenen aflevering van « Het Boek ” vertelt een inzender uit Ou- denaarde in het bezit te zijn van een in boekvorm gebonden handschrift van 1614, waarin zich een soort van beknopte kronijk van 1300 af bevindt, die uitgebreider wordt met de tijden van Karel V, gevolgd door een dagboek van den schrijver, Brusselaar van geboorte,die soldaat is geweest onder de koninklijke troepen tegen de geuzen.Op het schutblad staat, waarschijnlijk uit het begin der 19° eeuw, het volgende eige- naars-rijmpje geschreven : Dezen boek behoord toe aanden Eerzamen Anthonis Vermast die hem vind en niet thuys en brijngd die zal men setten op het rat met een pincken in sijn gat en d'heeren van de stat zullen vraegen, wat manneken is dat met dat pinneken in sijn gat. Een dergelijk rijm herinnert schrijver zich nog uit zijn jeugd : Dit boek is mijn gerief Die hem steelt is een dief Die hem weerbrengt krijgt zooveel fles- [schen wijn Als dat er witte duvels in d helle zijn. CATALOGI, VEILINGEN EN PRIJZEN De bibliotheek van Meilhac De bibliotheek van de Meilhac heeft een totaal van 465,512 frs. opgebracht. Een uitgave in zes deelen van Moliére 199