SB dan geen histories moment van beteke- nis, tegenover hetjhalf dozijn abonnen- ten die, in Vermeylen's tijd, „Van Nu en Straks" in,,Vlaanderen vinden mocht? Werd niet pok het dichtwerk van deze jongere twee maal herdrukt, dat V. zich vergenoegt „onverstaanbaar" te noe- men en blijkt het Uit V’s tweeregelige passus over de jongste Vlamingen niet al te duidelik, dat hij zich vergenoegd heeft voor alle bronnenstudie met de kleine bloemlezing van A. W. Grauls?... Weldoend in het boekje van Vermeylen is het verband dat hij vaak te tonen weet tussen literatuur .pn léven. De Ridder is te eenzijdig literair, wat hem eigen- aardige fouten doet begaan, zo waar hij „eet attachement aux croyances flamin- gantes" een schaduwzijde acht in een werk over... Hendrik Conscience. Toch evenwel een flink stuk werk, overzich- telik geschikt en bruikbaar, waarin zeker niet veel vergeten is, behalve dit ene hoofdzakelike : dat literatuur geen afzon- “ derlik afgesloten verschijnsel is, maar een uiting die uiterst nauw verband houdt met de sociale toestand van een volk, een onmiddelike verslag zelfs van die toestand. Ondanks alle vlijt, belezenheid en scherpzinnigheid moet elke literaire geschiedenis die daar geen rekening mee houdt oppervlakkig en' fragmenteras blijven. Over ’t algemeen blijkt de Ridder zich van deze toestand niet veel aan te trekken, behalve dat hij zonder enige aanleiding de laatste halve bladzijde van zijn boek wijdt aan een uitval tegen „het politieke akti- visme ‘. Was dat dan werkelik nodicr voor de Franse Jezers ? Wij .menen dat zij het niet zeer zuÏtótrwaarderëh; daar zij er mets mee te maken hebben. D B ÙK F^EXiMEUS buning • ÿET TOONEELDECOR. Rotter- Kotter- De bekende uitgevers W. L. | J. Brusse hun ,fonds met een nieuwe, ■HÉS reeks Vxrrijkt : 4De toege- paste Kunsten in Nederland." Een der ne reeds verschenen monographieën 28 over hedendaagsche sier- en nijver- heidskunst is gewijd aan „ Het Tooneel- decor. " Het is een prachtig geïllu- streerd overzicht van wat in Nederland tot vernieuwing van het tooneeldecor werd gepresteerd. De schrijver is de bekende tooneelcriticus }. W. F. Weru- meus Buning die reeds vroeger, in 1922, een geprezen studie „ De Wereld van den Dans" liet verschijnen. Het werkje sluit volkomen aan bij de studie van Dr J. L. Walch „ Ons hedendaagsch Tooneel. “ L. B. M. E. BELPAIRE & HILDA RAM : WONDERLAND. Eerste deel, 3e Druk. N. V. Leeslust, Antwerpen. Wij hebben deze sproken en vertel- lingen al gelezen in dezelfde bewerking, toen wij zelf nog jong waren. „Wonder- land " behoorde tot onze lievelings- lectuur en met vreugde zien wij de deeltjes weer verschijnen in een nieuw pak en verlucht met naïeve penteeke- ningen van Félix Timmermans. Dat zijn kinderteekeningen waar de kleinen wat aan hebben. Spijtig dat ze alle niet gekleurd zijn ! Dan kwamen zij eerst volkomen tot hun recht. De keuze der sprookjes vinden wij voortreffelijk en de bewerkingen,vooral die van Andersen, zijn zeer geslaagd ! „ Het leelijke Eendvogeltje “ is vlot en eenvoudig verteld en is een voorbeeld van overzetting. De heilige legenden en parabels uit „ La légende dorée “ en de „ Fioretti ", behouden hun diepe vroom- heid in de. navertelling van de twee schrijfsters. Een boek voor alle kinderen en ook voor groote menschen, want in de werken van C. Andersen en den H. Franciscus ligt zoo veel, dat ons ontroeren en tevens stichten kan. V. H. TH- VAN TICHELEN : SINT geloofsverdedi- U1NG. Antwerpen, en de Standaard, jtfrussel. Op gebied van hageographie naar de eischen der kritische wetenschap zijn we nog niet overrijk in onze Vlaamsche literatuur. Deze proeve van Th. Van mR'