Full text |
Het edel beroep !
Het Belgisch programma voor het kweeken van bibliothecarissen
voorziet een bepaling over den Bibliothecaris, over het gewicht
der bediening, over de vereischte hoedanigheden en zijn rol.
Ik heb zeer fraaie bepalingen weten geven door kandidaten
bibl. die daarbij ook zonder haperen heel de wet, al de voordeelen
der wet, de bevoegdheden van den H. R. en wat meer met prijzens-
waardige beslistheid wisten op te sommen. Ik, zachtzinnig jurylid,
zat er gewoon paf bij. En toch voelde ik instinctmatig dat in de
karavaan weinig uitverkorenen te zoeken waren voor het edel
beroep. Dametjes die een tijddooder zochten, onderwijzeresjes
die naast mannelijke collegas het edel examensport beoefenden
ter wille van de toelage van frs 75 per jaar, zusterkens met oolijke
oogen onder de witte kappen, letterkundigen zonder bijbezigheid
en verder de stille werkers, onderwijzers en anderen van stad en
land die hun leven lang, zonder diploma en zonder vergoeding,
aan de verspreiding van het boek hadden gewerkt.
Wat is een bibliothecaris ?
M. van Meel in zijn werk over Openbare Boekerijen (2e druk,
Antwerpen, Veritas, 1923) oordeelt :
«De bibliothecaris moet een ontwikkeld, werkzaam persoon
met initiatief wezen, een man van kennis, van practijk, tact en
daad, bezield met liefde voor zijn vak, steeds op uitkijk om de hem
toevertrouwde instelling te verbeteren, uit te breiden, en door
alle middelen in de gunst van het publiek te doen stijgen, ook een
voorbeeld van stiptheid en orde. Hij zal zich niet bepalen een
passieve rol te vervullen doch wel, in overeenkomst met het beheer,
een werkdadige, kortom een waar apostolaat uitoefenen.
« Hij houdt bestendig nota van de ontbrekende werken, die
zouden gevraagd worden en van de nieuwe, welke verschijnen,
om hunne aanschaffing met het bestuur te onderzoeken. De voor-
deelige koop moet hierbij niet uit het oog verloren worden.
« De bibliothecaris eindelijk past de verordening rechtvaardig,
doch welwillend toe, en maakt aan den beheerraad aanstonds
de moeilijke, onvoorziene gevallen bekend, welke voorkomen.
« Verder zal hij nauwkeurig de hierna besproken aanbevelingen
en voorschriften nopens het stoffelijk werk volgen. » (blz. 17 en vlg.)
P. Otlet en L. Wouters in het « Manuel de la Bibliothèque
publique » (Bruxelles, 2me éd. 1923) resumeeren in vijf bladzijden
302
■Hajgppgin |