fas Algemeene regels, om de jeugd van den aard der denkbeelden, die bij zijne leers lingen pats hebben: door een gelijkfoortig one derwijs, integendeel, worden de kinderen on» derwezen, en erlangen zij meerder, klaarder, duidelijker en volkomener begrippen. Ook is er een groot onderfcheid tusfchen het onderwijs, dat door enkel vóórzeggen, en dat door one derrigten gefchiedt. Door het eerfte worden de denkbeelden, om zoo te fpreken, van buiten i de jeugd gelegd; doch door het laatíte worden zij in haar binnenfte, uit den voorraad harer eí- gen reeds verzamelde denkbeelden, ontwikkeld , of ten voorfchijn gebragt. Door het vóórzeggen ftelt men aan de kinderen, om ons zoo uit te drukken, alleen de denkbeelden voor, en laat het aan hen over, of zij die willen aannemen of verwerpen3 terwijl men door het onderwijzen hun behulpzaam is in het opfporen en vinden derzelven , en daardoor dus te wege brengt, dat zij die zonder onderrigting niet kunnen aanne- men, en dit ook zoo veel te liever doen, hoe meer zij de aan hen. geleerde denkbeelden als eigen vinding aanmerken. Ook wordt bij het vóórzeggen aan de kinderen de keuze eenigermas te. vrijgelaten, om hunne oplettendheid en hun denkvermogen, al of niet, in te fpamnen, het welk bij het onderwijzen echter, waarbij zij op-« merkzaam zijn, en nadenken moeten , geene plaats heeft. Behalve dit, dringt de waarheid, enkel door vóórzeggen aan de jeugd kennelijk gewor. den „ gewoonlijk zelden of nooit, zoo. diep in de ziel, noch blijft daarin zoo vast heche ten, of zal zoo. fterk op den wil werken, als wanneer -zij die zelve, door behulp van ket on- derwijs, gevonden heefte Het onderwijs door vra-