Dialogue
Bij het gieten van een beeld staat een gipsen volume model voor het bronzen afgietsel. Meestal krijgt het brons een of andere menselijke gedaante. De Belgische beeldhouwer van Duitse afkomst Albert Szukalski keert de aloude werkwijze binnenstebuiten. Bij hem staan mensen van vlees en bloed model voor gipsen gestalten. Stukken in gips gedrenkte stof legt hij als een verband over het lichaam van het levende model. Het gips verhardt en het model ontsnapt langs de voorzijde. Wat rest is een door een wit omhulsel gevangen leegte. Een mens in de vorm van een gat, een tastbare afwezigheid, een gestolde beweging. Het bleke, met polyester weerbestendig gemaakte gips, doet denken aan een spook. De twee exemplaren van het Middelheim staan levensecht te keuvelen aan een tafeltje. Als toeschouwer ben je – willen of niet – betrokken partij. Szukalski maakt niet zomaar een vrijstaand beeld, hij roept een hele situatie en een omgeving op. Zulke environments maakten vooral in de jaren 1960 en 1970 opgang dankzij het werk van Edward Kienholz en George Segal.