90
n
UIRIIL
i , d  5   
90 89 88 87 86 85 84 83 82 81 80 79
Urteil eines Feldgerichts vom
29. Dezember 1915:
1.) der ehemalige Bürovorsteher im belgi¬
schen Kriegsministerium Josef Freyling in
Etterbeek ist schuldig des vollendeten Kriegs-
verrats durch Zuführung von Mannschaften
an den Feind und durch schriftlichen Ver¬
kehr mit Personen im feindlichen Heer über
Dinge, die die Kriegsführung betreffen,
ferner der Verbreitung von Hetzschriften und
wird hierwegen
zum Tode
und zu einer Gefängnisstrafe von 1 Jahre
verurteilt.
2. 3. 4.) der Bankbeamte Adolph de Keyser aus Brüssel,
die gewerblose Marie Henry aus Brüssel,
der Reisende Louis Poleunis aus Watermael
sind schuldig des Kriegsverrats, begangen durch Zuführung von Mann-
schaften an den Feind,
de Keyser und Marie Henry auch der Verbreitung von Hetzschriften.
Sie werden bestraft :
de Keyser mit 12 Jahren 1 Monat Zuchthaus,
Marie Henry mit 12 Jahren 1 Monat Zuchthaus,
Louis Poleunis mit 15 Jahren Zuchthaus,
5. 6. 7. 8. 9.) der Bierbrauer Pierre Damiens aus Brüssel,
der Caféhausbesitzer Arthur Billemont aus Brüssel,
der Journalist Joseph Lombet aus Woluwe St. Lambert,
der Architekt Julien Walckiers aus Brüssel,
der Tischler Antoine Ducœur aus Brüssel,
sind schuldig der Beihilfe zum Kriegsverrat, begangen durch Zufüh-
rung von Mannschaften an den Feind, Billemont weiterhin auch der
Nichtmeldung als Soldat und der Verbreitung von Hetzschriften.
Sie werden bestraft :
Damiens mit 8 Jahren Zuchthaus,
Billemont mit 9 Jahren Zuchthaus,
Lombet, Walckiers, Ducœur mit je 2 1/2 Jahren Zuchthaus.
10. 14. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.) Die Rentnerin Juliette Renkin
aus Brüssel,
der Buchhalter Josef de Keyser aus Brüssel,
der Jesuitenpater Seraphin Vermeulen aus Brüssel,
der Vikar Jules Petit aus Brüssel,
der Caféhausbesitzer Ernst Peeters aus Etterbeek,
der Abbé Paul Damiens aus Ixelles,
die Ehefrau Annemarie Legrand aus Schaerbeek,
der Jesuitenpater Paul Dom aus Brüssel,
der Arbeiter Wilhelm Joseph Vandenbroek aus Lille St. Hubert,
der Arbeiter Hendrik Vandenbroek,
))
die Arbeiterin Maria Vandenbroek,
sind schuldig jeweils der Begünstigung zur Abwanderung Wehrfähiger
über die Grenze,
Vermeulen auch der unerlaubten Briefbeförderung,
Petit auch der Verbreitung von Schmähschriften,
Peeters auch der Nichtmeldung als Soldat und der Verbreitung von
Hetzschriften.
Sie werden bestraft :
Juliette Renkin mit 6 Monaten Gefängnis — ab 4 Monat Unter-
suchungshaft — und 1000 M Geldstrafe,
Joseph de Keyser mit 6 Monaten Gefängnis — ab 1 Monat Unter-
suchungshaft,
Pater Vermeulen mit 8 Monaten Gefängnis,
Vikar Petit mit 3 Monaten Gefängnis, — ab 4 Monat Untersuchungs-
haft — und 100 M Geldstrafe,
Ernst Peeters mit 1 4/2 Jahren Zuchthaus,
Abbé Damiens mit 1 Monat Gefängnis und 500 M Geldstrafe,
Annemarie Legrand mit 300 M Geldstrafe,
Pater Dom mit 300 M Geldstrafe,
Wilhelm Josef Vandenbroek mit 8 Monaten Gefängnis) ab je 2 Mo-
nate Unter¬
Hendrik Vandenbroek mit 1 1/2 Jahren Gefängnis
suchungshaft.
Maria Vandenbroek mit 6 Monaten Gefängnis
24) Der Bürodiener Camille Pollet wird wegen Beihilfe zur Zuführung
freigesprochen, dagegen wegen Verbreitung von Hetzschriften mit
4 Monat Gefängnis, das durch die Untersuchungshaft verbüsst ist, verur¬
teilt.
22) Der Advokat Gaston Quien wird wegen Beihilfe zur Zuführung
freigesprochen, wegen Nichtanmeldung als Franzose zu 3 Monaten Ge-
fängnis, ab 1 Monat Untersuchungshaft, verurteilt.
23. 24. 25.) Die Ehefrau Hubertine Billemont aus Brüssel,
die Ehefrau Esther Henry aus Brüssel und
der Caféhausinhaber Eduard Preys
werden mangels Beweises freigesprochen.
Freyling hat eine Organisation zur Zuführung von Mannschaften an
den Feind gegründet. Mit Rücksicht auf seinen Krankheitszustand
wurde das gegen ihn ergangene Todesurteil vorerst nicht vollzogen.
Brüssel, den 31. Dezember 1915.
Gouvernement.
Ich bringe die Bekanntmachung hiermit
zur Kenntnis der Bevölkerung des ganzen
mir unterstellten Gebietes.
Brüssel, den 3. Januar 1916.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.
Vonnis van 29 December 1915
van een Veldkrijgsraad:
1) De voormalige bureeloverste in het Bel¬
gisch ministerie van oorlog, Jozef Freyling
te Etterbeek, heeft zich schuldig gemaakt aan
oorlogsverraad door manschappen naar den
vijand over te brengen en door schriftelijke
betrekkingen over oorlogszaken te hebben
onderhouden met personen van het vijandelijk
leger; hij heeft eveneens ophitsende geschrif-
ten helpen verspreiden ; derhalve wordt hij
ter dood
en tot éen jaar gevangenis veroordeeld.
2. 3. 4.) Adolf De Keyser, bankbeambte te Brussel,
Maria Henry, zonder beroep te Brussel,
Lodewijk Poleunis, handelsreiziger te Watermaal,
hebben zich schuldig gemaakt aan oorlogsverraad, door manschappen
naar den vijand over te brengen.
De Keyser en Maria Henry hebben eveneens ophitsende geschriften
helpen verspreiden.
De Keyser wordt met 12 jaar en 1 maand dwangarbeid,
Maria Henry met 12 jaar en 1 maand dwangarbeid,
Lodewijk Poleunis met 15 jaar dwangarbeid gestraft.
5. 6. 7. 8. 9.) Pieter Damiens, bierbrouwer te Brussel,
Arthur Billemont, koffiehuishouder te Brussel,
Jozef Lombet, dagbladschrijver te St Lambrechts Woluwe,
Juliaan Walckiers, bouwkundige te Brussel,
Antoon Ducoeur, schrijnwerker te Brussel
hebben oorlogsverraad helpen plegen, bestaande in het toevoeren van
manschappen naar den vijand. Billemont heeft daarenboven verzuimd
zich als soldaat aan te melden en ophitsende geschriften helpen ver-
spreiden.
Damiens wordt met 8 jaar dwangarbeid gestraft,
Billemont met 9 jaar dwangarbeid,
Lombet, Walckiers, Ducoeur ieder met 2 1/2 jaar dwangarbeid.
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.) Juliette Renkin, rentenierster
te Brussel,
Jozef De Keyser, boekhouder te Brussel,
Serafinus Vermeulen, pater-jezuiet te Brussel,
Julius Petit, onderpastoor te Brussel,
Ernest Peeters, koffiehuishouder te Etterbeek,
Paul Damiens, geestelijke te Elsene,
Echtgenoote Annemarie Legrand, te Schaarbeek,
Paul Dom, pater-jezuiet te Brussel,
Willem-Jozef Vandenbroek, werkman, te Sint-Huibrechts-Lille,
Hendrik Vandenbroek, werkman,
))
Maria Vandenbroek, werkster,
hebben weerplichtigen het overschrijden der grens vergemakkelijkt,
Vermeulen heeft ook op verboden wijze brieven bevorderd,
Petit heeft ook smaadgeschriften helpen verspreiden,
Peeters heeft ook verzuimd zich als soldaat aan te melden en ophit¬
sende geschriften helpen verspreiden
Zij worden gestraft :
Juliette Renkin met 6 maand gevangenis — min 1 maand voorloopige
hechtenis — en 1000 Mark boete,
Jozef De Keyser met 6 maand gevangenis — min 4 maand voorloopige
hechtenis -
Pater Vermeulen met 8 maand gevangenis,
Onderpastoor Petit met 3 maand gevangenis — min 4 maand voor¬
loopige hechtenis — en 100 Mark boete,
Ernest Peeters met 1 1/2 jaar dwangarbeid,
De geestelijke Damiens met 41 maand gevangenis en 500 Mark boete,
Annemarie Legrand met 300 Mark boete,
Pater Dom met 300 Mark boete,
Willem Jozef Vandenbroek met 8 maand gevangenis Voor ieder min
2 maand voor-
Hendrik, Vandenbroek met 1 1/2 jaar gevangenis
loopige hech¬
Maria Vandenbroek met 6 maand gevangenis
tenis.
24) Kamiel Pollet, bureeldienaar, is wegens het verleenen van hulp
bij het overbrengen van manschappen vrijgesproken, maar wegens het
verspreiden van ophitsende geschriften tot 1 maand gevangenis veroor-
deeld, welke straf hij door de voorloopige hechtenis uitgedaan heeft.
22) Gaston Quien, advokaat, is wegens het overbrengen van man¬
schappen vrijgesproken, wegens het niet aanmelden als Franschman
tot 3 maand gevangenis — min 1 maand voorloopige hechtenis
veroordeeld.
23, 24, 25) Echtgenoote Hubertina Billemont, te Brussel,
Echtgenoote Esther Henry, te Brussel en
Edward Preys, koffiehuishouder
zijn bij gebrek aan bewijzen vrijgesproken.
Freyling heeft een organisatie in het leven geroepen om manschappen
naar den vijand toe te voeren. Het tegen hem uitgesproken doodvonnis
is, met het oog op zijn slechten staat van gezondheid, tot dusver niet
voltrokken.
Brussel, den 31° December 1915.
Gouvernement.
Ik breng deze bekendmaking ter kennis van
de bevolking van het gansche onder mij staande
gebied.
Brussel, den 3* Januari 1916.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.
Jugement du 29 décembre 1915
rendu par un tribunal de campagne:
1. Joseph Freyling, à Etterbeck, ancien
chef de bureau au ministère belge de la
guerre, s'est rendu coupable de trahison con¬
sommée, commise pendant l'état de guerre,
en faisant passer des recrues à l'ennemi, en
entretenant avec certains membres des armées
ennemies une correspondance écrite sur des
choses relatives aux opérations de guerre et
en répandant des écrits d'agitation anti-alle¬
mande; il a été, pour ces raisons, condamne à
la peine de mort
et à un an de prison.
2. 3. 4.) Adolphe de Keyser, employé de banque, à Bruxelles,
Marie Henry, sans profession, à Bruxelles,
Louis Poleunis, voyageur de commerce, à Watermael,
se sont rendus coupables de trahison commise pendant l’état de guerre,
en faisant passer des recrues à l'ennemi;
de Keyser et Marie Henry ont, en outre, répandu des écrits d'agitation
anti-allemande. Ils ont été condamnés :
de Keyser, à 12 ans et un mois de travaux forcés,
Marie Henry, à 12 ans et un mois de travaux forcés,
Louis Poleunis, à 15 ans de travaux forcés.
5. 6. 7. 8. 9.) Pierre Damiens, brasseur, à Bruxelles,
Arthur Billemont, cafetier, à Bruxelles,
Joseph Lombet, journaliste, à Woluwe Saint Lambert,
Julien Walckiers, architecte, à Bruxelles,
Antoine Ducœur, menuisier, à Bruxelles
ont prêté aide au crime de trahison commis pendant l’état de guerre en
faisant passer des recrues à l’ennemi. Billemont s’est, en outre, rendu
coupable de non-déclaration de sa qualité de soldat et a répandu des
écrits d'agitation anti-allemande. Ils ont été condamnés :
Damiens, à 8 ans de travaux forcés,
Billemont, à 9 ans de travaux forcés,
Lombet, Walckiers et Ducœur à deux ans et demi de travaux forcés.
10. 41. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.) Juliette Renkin, rentière, à
Bruxelles,
Joseph de Keyser, comptable, à Bruxelles,
Séraphin Vermeulen, père jésuite, à Bruxelles,
Jules Petit, vicaire, à Bruxelles,
Ernest Peeters, cafetier, à Etterbeek,
Paul Damiens, abbé, à Ixelles,
Epouse Anne-Marie Legrand, à Schaerbeek,
Paul Dom, père jésuite, à Bruxelles,
Guillaume-Joseph Vandenbroek, ouvrier, à Lille-Saint-Hubert,
Henri Vandenbroek, ouvrier, à Lille-Saint-Hubert,
Maria Vandenbroek, ouvrière, à Lille-Saint-Hubert,
ont favorisé le départ de personnes astreintes au service militaire et se
rendant au delà de la frontière;
Vermeulen s’est, en outre, chargé du transport prohibé de lettres;
Petit a, en outre, répandu des écrits injurieux;
Peeters s'est, en outre, rendu coupable de non-déclaration de sa qua-
lité de soldat et a répandu des écrits d'agitation anti-allemande.
Ils ont été condamnés :
Juliette Renkin, à 6 mois de prison, en tenant compte d’un mois de
détention préventive, et à 1000 marcs d’amende,
Joseph de Keyser, à 6 mois de prison, en tenant compte d’un mois de
détention préventive,
le père Vermeulen, à 8 mois de prison,
le vicaire Petit, à 3 mois de prison, en tenant compte d’un mois de
détention préventive, et à 100 marcs d’amende,
Ernest Peeters, à un an et demi de travaux forcés,
l'abbé Damiens, à un mois de prison et 500 marcs d'amende,
Anne-Marie Legrand, à 300 marcs d'amende,
le père Dom, à 300 marcs d'amende,
apte
tco
en tena
Guillaume-Joseph Vandenbroek, à 8 mois de prison,
de 2 mois de
Henri Vandenbroek, à un an et demi de prison,
détention pré¬
Maria Vandenbroek, à 6 mois de prison
ventive.
24.) Camille Pollet, garçon de bureau, a été acquitté du chef d'accu¬
sation d’avoir aidé au recrutement, en faveur de l’ennemi, mais a été
condamné, pour avoir répandu des écrits d’agitation anti-allemande, à
4 mois de prison, peine purgée par la détention préventive.
22.) Gaston Quien, avocat, a été acquitté du chef d'accusation d’avoir
aidé au recrutement, mais condamné, pour non-déclaration de sa natio¬
nalité française, à 3 mois de prison en tenant compte d’un mois de
détention préventive.
23, 24, 25.) Epouse Hubertine Billemont, à Bruxelles,
Epouse Esther Henry, à Bruxelles, et
Edouard Preys, cafetier,
sont acquittés faute de preuves.
Freyling a créé une organisation destinée à faire passer des recrues à
l'ennemi. Eu égard à son état de santé, la condamnation à mort pro¬
noncée contre lui n'a, pour le moment, pas été exécutée.
Bruxelles, le 31 décembre 1915.
Gouvernement.
Je porte le présent avis à la connaissance
de la population de tout le territoire placé
sous mon autorite.
Bruxelles, le 3 janvier 1916.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.