Full text |
s= uit het duits; deens; engels; fins;
trans; grieks; hebreews; italiaans,
latijn, nederlands, noors, spaans,
tchekies, russies, zweeds..
uitsl. uitslaande
verb. ±= verbeterde
verkl. = verklarende
verm. s vermeerderde
N. B. Voor afkortingen bij'auteursnamen zie :
«Voorvoegsels» «Titels» en «Verwantschap».
c) Verschillende afkortingen mogen elkaar opvol-
gen
d) Afkortingen in titels worden als voluit ge-
schreven beschouwd.
ALFABET
Het Latijnse alfabet wordt gebruikt, ook voor
andere talen (b.v. Duits; Russies)
ANAGRAM
zie: «Pseudoniemen»
ANONIEM WERK
a) De titel neemt de funksie van de auteurs-
naam over.
b) Het eerste substantief in de titel wordt,, in de
nominatief gezet, rangschikkend element.
(Bij gebrek aan substantief neemt het eerste
woord de leiding).
c) Titels in de vraagvorm of de gebiedende wijze
gesteld worden gerangschikt naar het eerste
woord.
d) Zie ook «Auteursnaam», «Bewerker».
N.B. Een werk waaraan de titelpagina bij toe-
val ontbreekt kan niet als «anoniem» beschouwd
worden.
ATLASSEN
Zie «Bloemlezingen».
AUTEURSNAMEN
N. B. De term auteursnaam heeft de voorkeur
boven schrijversnaam, omdat hij algemener is,
en niet enkel met «schrijven» verband houdt.
1. De auteursnaam is het eerste rangschikkend
element van een werk.
2. Wanneer het titelblad de naam niet vermeldt,
dan moet hij door de beschrijver worden op-
gespoord.
a) Kan hij gevonden worden, dan dient hij
tussen rechte haakjes [] geschreven te worden
(N. B. De auteursnaam staat zonder haakjes
in de algemene schrijverslijst, wanneer bij die
naam nog ander werk vermeld staat, met haak-
jes in het tegenovergesteld geval.)
b) Kan hij niet gevonden worden, zie dan
onder: anoniem verschenen werk.
verf.b - J* vertaald
voorb: =#= voorbeeld (en)
voorr. voorrede
voorst. =s= voorstelling
voorw. voorwoord
vraagst.- = vraagstuk (ken)
zw. zwart [druk]
uit het fr. vert, onder toez.
liefst niet: u. h. fr. vert. ond. toez.
In- en uitwijking — Inwijking
Niet : Ijkland maar Uhland
Eben = Been (omwerping van de
letterorde in een naam)
Mensch, De wordende
Ik ken u niet
Wat vertellen de boeren?
Niet bang zijn!
[Swaen, Michiel de]: De Mensch-
wording
94 |