lmi e VERORDNUNG Auf Grund der Verordnung des Herrn Generalgouverneurs in Belgien vom 6. März 1915, Gesetz- und Verordnungsblatt für die okkupierten Gebiete Belgiens vom 21. März 1915, Nr. 52, wird für den Bezirk Gross-Antwerpen (Antwerpen, Austruweel, Merxem, Deurne, Borgerhout, Berchem, Wilryck, Hoboken, Schooten, Bras- schaet) folgende Polizeiverordnung erlassen, die auch für Mortsel gilt. Weibliche Personen, welche gewerbsmässig Unzucht treiben, werden unter polizeiliche Auf- sicht gestellt. Eine weibliche Person, welche den zur Siche¬ rung der Gesundheit, der öffentlichen Ordnung und des öffentlichen Anstandes erlassenen polizei¬ lichen Vorschriften zuwider handelt oder welche, ohne polizeilicher Aufsicht unterstellt zu sein, ge¬ werbsmässig Unzucht treibt, wird mit Geldstrafe bis zu 300 Frank, an deren Stelle, wenn sie nicht beigetrieben werden kann, entsprechende Haft- strafe bis zu 6 Wochen tritt, oder mit Haft bis zu 6 Wochen bestraft. Bei Uebertretungen im Rückfalle kann da- neben, nach Anhörung des Bürgermeisters, die Unterbringung in einem Arbeitshause bis zur Dauer von 2 Jahren verfügt werden. Ueber Beschwerden, welche binnen 5 Tagen beim Chef der Sittenpolizei anzubringen sind, entscheidet der Verwaltungschef beim General¬ gouverneur in Belgien ; seine Entscheidung ist endgültig. Autwerpen, den 8. April 1915. Der Chef der Sittenpolizei: JUSTUS STRANDES, Präsident der Zivilverwaltung für die Provinz Antwerpen. Ree Bij toepassing van het besluit van den Heer Generaal Gouverneur in Belgié van 6 Maart 1915, afgekondigd in het Wet- en Verordeningsblad voor de bezette streken van Belgié van 21 Maart 1915, nr 52, wordt het politiebevel waarvan de tekst volgt, genomen voor wat betreft de omschrijving van Groot-Anfwerpen (Antwerpen, Austruweel, Merxem, Deurne, Borgerhout, Berchem, Wilryck, Hoboken, Schooten, Brasschaet), alsook voor de Gemeente Mortsel. De vrouwen, die zich door beroep aan de ontucht leveren, worden onder de controol der politie geplaatst. De vrouwen, die de politiebevelen, uitgegeven over de zekerheid der gezondheid, der openbare orde en der zedelijkheid overtreden of die, zonder onderworpen te zijn aan de politiecontrool, zich door beroep aan de ontucht leveren, zullen gestraft worden of wel met eene boete van hoogstens 500 frank, dewelke, in geval van onmogelijkheid van inning, zal kunnen veranderd worden in eene gevangenisstraf van hoogstens 6 weken, of wel, bij uitsluiting van geldboete, met eene gevange¬ nisstraf die tot 6 weken kan beloopen. In geval van herhaling zal, na onderhooring van den burgemeester, de opsluiting in een verbe¬ teringsgesticht voor eenen duur van twee jaren ten hoogste kunnen bevolen worden, Over bezwaarschriften, die bij den Overste der zedenpolitie binnen de vijt dagen moeten ingediend worden, beslist de Voorzitter van het bestuur bij den Generaalgouverneur; zijne beslissing is zonder beroep. Antwerpen, den 8 April 1915. De overste der zedenpolitie. JUSTUS STRANDES, Voorzitter van het Burgerlijk Bestuur der provincie Antwerpen. Ordemhance DE POLICE Par application de l'arrété de M. le Gouverneur Général en Belgique du 6 mars 1915, publié au Bulletin officiel des lois et arrétés pour le territoire belge occupé du 21 mars 1915, n° 52, l'ordonnance de police dont le texte suit est décrétée en ce qui concerne l'agglomération anversoise (Anvers, Au¬ struweel, Merxem, Deurne, Borgerhout, Berchem, Wilryck, Hoboken, Schooten, Brasschaet), ainsi que pour la commune de Mortsel. Les femmes se livrant par profession à la prostitution sont placées sous le contrôle de la police, Les femmes qui contreviendront aux règle¬ ments de police édictés pour la sécurité de la santé, de l'ordre et de la décence publiques, ou qui, sans être soumises au contrôle de la police, se livrent par profession à la prostitution, seront punies soit d'une amende de 500 francs au plus, qui pourra en cas d'impossibilité de recouvrement, être convertie en un emprisonnement maximum de six semaines, soit d'un emprisonnement de six semaines au plus. En cas de récidive, la réclusion dans une maison de correction pour une durée de deux ans au plus pourra être prononcée, le bourgmestre entendu. Les pourvois qui seraient interjetés devront être formés endéans les cinq jours, et cela par une déclaration faite au chef de la police des mours. Ils seront portés devant le chef de l'administration près le gouverneur général, lequel en connaitra en dernier ressort. Anvers, le 8 avril 1915. Le Chef de la police des mœurs : JUSTUS STRANDES, Président de l'Administration civile pour la province d'Anvers. Druckerei KARL BROEL, Antwerpen