chenfeld, als mede den Heer van Langhau- sen , ten dien opsichte aen onse hooge Regee- ringe gedaen hebben , worden seer geroemt, en veele meynen te weten , dat de middels, de welcke die Heeren ten opsichte van hun respectief Departement soo in de Staeten van Carniolien, als in die van Carinthien en St- rien , uytgevonden hebben, tot uytvoeringe ge gestelt sullen worden. Den Grave van Lamberg , die uyt het laest- genaemt Vorstendom hier aengekomen is, heeft in de hoedanigheydt van geheymen Raedts- Heer van haere Keyserlycke Majesteyten den Eedt afgeleyt. Saterdagh iser in de Kercke van de EE: PP. Jesuiten van het Professie-huys, in het bywe- sen van de Arts-Hertoginne Maria Anna Jose- pha, eerste Dochter van onse Souvereyne, als mede van haere Konincklycke Hoogheydt de Princesse Charloite van Lorreynen, ende van gansch de gewesene Hofhoudinge van wylen haere Keyserlycke en Catholieke Majesteyt Eli- zabeth Christena , door de hier zynde Dames van t'Doorl Orden van het H. Cruys een seer plechtigh Uytvaert ghehouden voor de aen- stonts-genaemde opper-Vorstinne, in-haer ge- roemt leven Groot-meestersse van het gemeldt Doorl: Orden. Den seer Eerw. Heer de Weger, Canonick Regulier, en Leer-meester van den Arts-Her- togh en Konincklycken Erf-Prince Jo sephus, die in het Clooster van de H. Dorolhea seer ghevaerelyck kranck gelegen heeft , begint tot vreught van dien Vorst merckelyck van sijne Sieckte te beteren- r’Sedert oenige dagen is hier sekeren voor- naemen Heer aengekomen, om by Commis- sie voor den Keyserlycken Throon de Investi- ture te ontfangen van de goederen, de welc- ke het Doorl: Huys der Graven van Solms met afbangelyckheydt van het Ryck besit. Men verneemt uyt de Turcksche Grenzen, dat een Corps van 14 15 hondert Janit- zaren, den Standaert van hunne gewoonelyc- ke wederspannigheydt tot Czeskyn opgerecht hebbende , den Gouverneur van die Vestinge met gansch sijn Vrouwen-huys T uytgenomen twee Dochters van den ouden Pacha , die men op de Vestens doodt gevonden heeft) uyt de Stadt verjaeght, en sijn Paleys, naer dat het selve teenemael gheplundert was , door de Vlammen tot den grondt toe verwoest hadt. DRESDEN, den 20. February. Den jongen Grave van Sukoweki, Colonel JU voet begint te komen. r in een Poolsch Regiment Ruyterye, wordt al- le stonden in dese Stadt uyt Weenen te rugh verwacht, alwaer dien Heer, om sijne be¬ sondere gaven , tot Camer-Heer van den Gou- den Sleurel door haere Keyserlycke Majestey- ten verheven is- De woedende oneenigheyt tusschen deMa- gistraet en de Borgerye van Dantzich neemt t’sedert eenige dagen soo geweldigh toe, dat men voor openbaere Vyandtlyckheden , ende vervolgens voor seer gevaerelycke gevolgen ende rampen , ten zy de selve door onsen Monarck in Persoon gestut worden, groote- lycks begint beducht te worden. Sen Mareschal Grave van Lowendhal, den welcken ontrent de 3 weken tusschen de uyt- terste gunste van onse Konincklycke Familie hier overgebroght, en eenige geheyme com- missien in het Cabinet van sijne Polsche Maje- steyt van wegens het Hof van Versailles afge- leyt heeft, doet toestel maecken, om eerst- daghs naer Warschanw , ende Commige andere voornaeme Steden van het Polsch Ryck te ver- trecken, van waer dien Bevelhebber naer dese Vestinge te rugh staet te keeren, om korts daer naer sijne reyse langhs Berlin naer Vranck- ryck voorts te setten- Men is aen ons Hof over de herstellinge der gesontheydt van den Prince en Bisschop van Cracauw, den welcken door sommige brie- ven uyt die Stadt in t'beginsel van dese maendt onder de dooden ghestelt was, soo veel te meer verheught, om dieswille dat dien Doorl- prelaet in alle voorvallen de sachtmoedige maetregels van onsen Souvereyn, als Koninck van Polen , op het krachtighste ondersteunt heeft. Men heest t’seder; eenige dagen bemerckt, dat den Baron van Malzahn , Algesant van het Berlinsche Hof, in seer drucke en buyten- gewoonelycke besigheden met den Grave van Bruhl, eersten Minister van onsen Souvereyn, getreden is. Sen Grave van Keyserlingh, volmachtigh- den Afgesant van haere Caarsche Majesteyt, heeft aen onse hooge Regeeringe verklaert, dat de groot-Russische Keyferinne ten opsichte van het Hertoghdom van Courlandt maet-re- gels genomen hadt, de welcke de uytterste voldoeninge soo aen onsen Monarck, als aen gansch de Polsche Narie souden geven ; waer uyt men oordeelt , dat de herstellinge van den Hertogh Ernestus van Biron op seer goeden