Aan deze officiëele reis zouden best politieke personen kunnen deel- nemen, ja moeten deelnemen. Ten einde dit alles voor te bereiden zou het gewenscht zijn, dat door de Ver. een openbaar Kongres worde ingericht, voor oe.politieke mandatarissen, waar de toestanden zouden kunnen wor- den uiteengezet. Om voorlichting te verschaffen kan een buitenlander ge- vraagd worden. Dat zou initiatief zijn onze Vereeniging waardig en meteen zou de openbare aandacht gevestigd zijn op wat ons bezighoudt Deze ver- gadering zou desnoods aan de officiëele reis kunnen voorafgaan. Wij zelf zouden de afzondering moeten opgeven waaronder wij leven. Frankrijk staat ook apart in de bibliotheekbeweging en heeft op dat gebied evenmin iets te zeggen als wij. Het contact met het buitenland moet worden gezocht, door reizen. Al zoekende zullen wij ondervinden, dat onze bewe- ging de hoogte in moet. Volgen wij dan zullen wij ons kunnen doen gelden, en dan: zal het mogelijk worden contact te zoeken met de broeders in den lanae (die zeker met recht hun neus voor ons ophalen: ik bedoel de weten- schappelijke bibliothecarissen). Dat contact is gelegd in Nederland en werkt prachtig. Buiten de reizen, en het deelnemen aan kongressen ligt een eenvoudi- ger middel nog voor de hand: het verbreeden van de kern van vakbibliotheek m den schoot van de Veréeniging (voorloopig). Daarin ons niet bepalen bij werk van Vlamingen of Walen (de hoop is niet bijster hoog). Daarmede gepaard gaat het aanleggen van een vakbibliografie met annotaties Een mooi plan, dat zijn vruchten moet afwerpen. (Het weze erkend : onze men- schen kennen niet eens wat over hun vak geschreven is: zij zweren, of men doet hen zweren bij een paar boeken, waarover ook wel wat te vertellen zou zijn). Onmiddellijk daaraan vast te koppelen is het in omloop brengen van een portefeuille voor vaktijdschriften: enkele bibliotheken stellen zich ak- koord om elk voor zich in te schrijven op één of twee buitenlandsche vak- tijdschriften? Naar een nader te bepalen ruildienst worden de bladen regel- matig aan elkander doorgezonden. Zoo blijft men op de hoogte, en erkent men ten minste zelf de kracht van de periodiek, die ingang zou moeten vinden bij onze eigen lezers. De Bibliotheekgids zal een rubriek openen over het buitenland en tech- nische vraagstukken zullen er in behandeld worden. (Wij moeten onze men- schen toch leeren schrijven over hun eigen vak ; wij toch ook hebben een stel vaktermen te leeren gebruiken,,te leeren vinden). Dat is voorloopig al een beetje werk: en enkele jaartjes kunnen er hun bekomsfe aan hebben. Het zijn enkele conclusies getrokken uit de ondernomen reis. Berusten na te hebben gezien zou verkeerd zijn van onzentwege. De oude leuze; «Wij reizen om te leeren» zullen wij toch niet beschamen en niemand zal ons verbieden het geziene te verwerken, lessen te putten uit het opgenomene. 30