de centrale over om plaats te maken voor de laatste aanwinsten. Eenieder zal in deze korte schets de organische groei van de universiteitsbibliothe- ken herkennen. De fundamentele vraag is echter : wat is actieve literatuur, wat is passieve literatuur ? Wie maakt dat uit ? Wie kan dat uitmaken ? Is dat de zaak van de bibliothecaris ? Of van de hoogleraar belast met bibliotheekverantwoordelijkheid ? Heeft men ooit de gebruiker in de gelegenheid gesteld om op dat zeer belangrijk aspect een impact te hebben ? Of wordt de lezer geacht zich daarin niet te moeien ? Het moet toch doordringen tot de wetenschapslui dat de in gebruik zijnde procedures de wetenschap in ’t algemeen in een voorbestemde richting stuwen. De weerslag van die opvattingen inzake het afvoeren van zogezegd ‘verouderd' materiaal heeft echter concrete effecten ; want een boek wordt minder geraadpleegd naarmate het verderaf staat. 10 De decentralisatie houdt nog zwaarder doorwegende implicaties. Gelet op het feit dat de decentralisatie gesteund wordt vanuit de faculteiten en nog meer vanuit de instituten, wordt de specialisatie in gedecentrali- seerde systemen opgevoerd. Is die situatie werkelijk gunstig voor de student, die onderwijs volgt in uiteenlopende disciplines ? Wordt deze groep gebruikers, en dan nog wel kwantitatief de belangrijkste, uit- eindelijk niet verplicht van de ene deelbibliotheek naar de andere te lopen, als gevolg van de mandarijnenhouding der vakspecialisten ? Comparti- menteert een dergelijk systeem niet op een afgrijselijke wijze de weten- schap, en bevordert dat niet de isolering van de specialisten ? Op dat ogen- blik houdt de universiteit op 'universeel' te zijn, en heeft het bibliotheek- wezen er impliciet aan meegeholpen. De bibliotheek heeft zich dan onder- worpen aan de individuele belangen van enkele zogezegde autoriteiten. We willen nochtans realistisch blijven en de ogen niet sluiten voor de materiële problemen ook in de dienstverlening van al te grote bibliotheek- complexen. Van de andere kant kunnen deel bibliotheken voor een aantal disciplines niet meer worden weggedacht. De expansie van de faculteiten binnen eenzelfde universiteit heeft grotere afstanden gecreëerd tuSsen de centrale bibliotheek en de plaats waar studenten cursus lopen of waar vorsers hun laboratoria hebben. Typische voorbeelden zijn de medische faculteiten die niet zelden op een andere campus gehuisvest zijn, of ook nog de toegepaste wetenschappen. In die situaties ligt de noodzaak van 10. W. Dehennin, op. cit., p. 404. G. Munthe, op. cit., p. 59. De indeling in actieve en passieve literatuur, en het afvoeren van deze laatste naar een centrale bibliotheek, vormt deze instelling om tot een museum. H. Strahm, Das Verhàltnis der Zentralen Universitdtsbibliothek zu den Fach- und Institutsbibiiotheken, in : Nachrichten der Verein Schweizerischer Bibliotheken. 47 (1971), p. 138. De decentralisatie van de campus schept grotere afstanden tussen de faculteiten en de centrale bibliotheek, die dan minder bezocht wordt, eerder omwille van de afstand dan omwitle van de relevantie van haar inhoud. 224 / Bibliotheekgids - Jg. 54 - Nr. 4-1978