leveren van belangrijke basisgegevens voor de geschiedschrijving van wetenschap en cultuur * ,:u>; * verschaffen van een instrumentele bijdrage aan het wetenschapsbeleid.2 Het doel van het onderwijs in de bibliografie is nu om de studenten voor hun latere beroep (boekhandel, bibliotheek, wetenschapsbeoefening) het vermogen bij te brengen de functies van de systematische bibliografie zo ver als mogelijk te effectueren. Men zou ook kunnen stellen : de opleiding moet er voor zorgen dat de bibliografie (als arsenaal, als verzameling van werktuigen) aan vaardige gebruikers wordt geholpen. Ook moet de opleiding er voor zorgen dat een aantal van die gebrui- kers kan bijdragen tot het verder ontwikkelen van de systematische biblio- grafie, m.a.w. er dient zowel aandacht aan de passieve als aan de actieve bi- bliografie te worden geschonken. Een tweeledig onderwijsdoel dus : effectuering van de functies der systematische bibliografie door een vaardig gebruik van het bibliografisch apparaat; verdieping en verbreding van die functies door verdere op- en uitbouw van het bibliografisch apparaat.3 L.-N. Malclès ziet als voornaamste doel van het onderwijs in de bibliografie het aangeven van methoden en middelen voor het terugzoeken van alle sedert de 15e eeuw gedrukte teksten.4 Hoe omvangrijk en gewichtig op zichzelf dit terugzoeken ook is, m.i. is deze beperking van het onderwijs- doel onnodig en ongewenst. Voor de motivatie van de studenten is een duidelijk geformuleerd on- derwijsdoel, gerelateerd aan de gevarieerde functies van de systematische bibliografie, van groot belang. 2. Inhoud en niveau van het bibliografisch onderwijs Hier is zeker een waarschuwing van Malclès op zijn plaats : bedelf de studenten niet onder grote aantallen titels; daarvan blijft weinig hangen. Vooral voor de beginners is het belangrijk om zich te verwerven “une vue d’ensemble du chemin à parcourir”.5 Het gaat daarbij om meer dan een een- 2. Dit betreft bijvoorbeeld hel langs bibliografische weg signaleren van bepaalde trends in het onderzoek of van het ontbreken van onderzoek. Belangrijke perspectieven voor het in- formatiebeleid (dat in een nauwe relatie staat tot het wetenschapsbeleid en daar ten dele toe behoort) liggen in de zgn. bibliometrische onderzoekingen. Zie hiervoor: J. C. Donohue, Understanding scientific literatures. A bibliometric approach. Cambridge, Mass., 1973. 3. Bibliografisch apparaat in de ruimste zin genomen, dus o.m. ook geautomatiseerde be- en verwerking van bibliografische gegevens. 4. L.-N. Malclès, Manuel de bibliographie. Paris, 2e ed., 1969, blz. 7, 8. 5. Ibidem, blz. 9. Op blz. 8 treft men ook het advies aan “que chaque pays donne ses manuels d’étude adaptés à ses propres ressources et à ses propres besoins”. Bibliotheekgids^-J g. 53 — Nr. 1 — 1977 / 5