De Middeleeuwen : Brugmans Huizinga : Herfsttij der Middeleeuwen Balladen van Villon (Kenis - Leven van Villon) Maerlant - Ruusbroec - Hadewych Remaert de Vos (Oorspronkelik en Slempkes) Vermeylen : Geschiedenis der Plastische kunst V. Mierlo : Middelnederl. Letterk. Simons : Geschiedenis van het drama Brizon : Histoire du travail et des travailleurs Ekkehard . Von Scheffel. - W. Scott : Talisman Ivanhoe. Lessing: Nathan der Weise- Andersen : De overschoenen van !t geluk. Kruistochten - Het Oosten. Veel van ’t hier zo slordig vermelde is gekende, oude muziek. Het laten samen- gaan van uiteenlopende genres heeft voor «lees-avonden» veel nut gebracht en reeds gaf Ackerknecht een verbeterde uitgave van zijn «Vorlesestunden», waarin naar de te gebruiken tijd « voorïeesstof» wordt opgediend, en gerangschikt. Welnu indien wij het al zover konden brengen, dat wij voorjeesstof als parate materie onder de hand kregen, dan boekten wij een schoon resultaat. Maar ook dàt hebben wij niet. voorDeelden lagen —r- wij bekennen het — enigszins hoog, op de Mit- telstufe. Met opzet natuurlik, om ook dàt publiek te overtuigen, dat er uit de sub- jectivermg-m-de-dop onmiddellik voordeel te halen is. Zo-seffens komen wij bij lagere orden, met de minderwaardige, maar de mindervragende. m ^ $ Misschien is het reeds klaar geworden — als bij intuitie H dat op de hier voor- gespiegelde manier sommige boeken wel twee-maal en meer kunnen voorkomen! Geen nood! Wij hebben het over lijsten, zeer speciale lijsten, en derhalve komen werken met verschillende facetten, al naar de te belichten kant, eens of meermaals in ’t zonnetje te staan. Kan dat kwaad ? Len voorafgaandehke zaak dient nu nog eerst opgeworpen en beantwoord te worden. Immers logies is de vraag: Waar eindigt dergelike' liefhebberij ? Hoeveel belangstellingscentra kunnen wel niet nagelopen worden ? Het antwoord luidt, zoals verwacht kan worden : een ontelbaar aantal, of zeg- gen wij, ietwat geruststellender, zeer veel. Met'andere Woorden: het werk zal nooit af zijn, want nieuwe onderwerpen kunnen steeds voorkomen, andere belangstelhngs- centra aangeboord. Dat is ook op zichzelf geen bezwaar, al slaat Ladewig’s opmer- king, die we aanhaalden op blz. 8 stellig op deze kant van het vraagstuk. In het. licht gesteld van de oplossing, zoals zij hierachter gegeven Wordt, blijft elk aangevat, en behandeld centrum winst, zuivere winst. Maar, daar het werk omslachtig is, veel tijd vordert en een ontzaglike belezenheid, zo zal het best zijn, dat men zich over zekere gebieden met verschillenden verstaat. Wie het terrein even overblikt zal aldra inzien, dat er twee sóórten van belang- stellingscentra bestaan : toevallig opduikende en opzettelik behandelde. Onder de laat- ste soort staan ongetwijfeld de noodzakelikste, omdat zij voldoen aan behoeften van elke dag. De eerste soort dankt haar ontstaan aan voorkomende gelegenheden, aan door lezers opgeworpen vragen en zal in haar wezen dan ook niet minder interessant zijn.' AI wat wij langs deze weg, hoe ook in ’t leven geroepen, machtig worden, ter verdieping van onze bibliotheekpraktijk en uitleen-lectuur, kan niet anders dan voör- 'j Late Middeleeuwen / 13