Poëzie
In het Middelheimmuseum zette Philippe Van Snick met Poëzie een ruimtelijke installatie neer op het grasveld van het Braempaviljoen. Hij maakte daarbij gebruik van een bestaande, wat verouderde waterpartij. Het werk bestaat uit een vijver met helder water. De bodem en de wanden zijn donker en bedekt met grote, zwarte keien. Van onder de keien stijgen fijne luchtbellen op, die bij het openspatten een rimpeling op het water brengen. Tien kolommen luchtbellen zijn verspreid over het vijveroppervlak. Ze stijgen één na één op met tussenposen van tien seconden, tot de tien kolommen samen tien seconden lang werken. Na tien seconden rust herbegint alles. Het werk van Philippe Van Snick is niet in één zin te vangen. Zijn interesse ligt in de eerste plaats bij de ruimtelijkheid. Hij analyseert de ruimte, creëert en manipuleert ze en nodigt de toeschouwer uit om na te gaan wat ze voor hem/haar betekent. Die ruimte is niet iets wat hij vindt, maar iets dat hij construeert, via eenvoudige berekeningen en mathematische constructies, door de manipulatie van materialen, kleuren, formaten en richtingen. Van Snick is opgeleid als schilder, maar al in de jaren 1970 ontwikkelt zijn praktijk zich naar een meer complex, multimediaal oeuvre, en verdwijnt de schilderkunst soms zelfs tijdelijk naar de achtergrond. Tekeningen, werken op papier, fotografie, film, sculpturen en installaties maken er allemaal deel van uit. Het werk is vormelijk vaak van een grote soberheid, en de kunstenaar slaagt erin een drager te creëren voor een poëzie die het alledaagse en het universele samenbrengt. Zijn conceptuele spaarzaamheid is de katalysator van een onvoorspelbaar en avontuurlijk oeuvre.