ERE Sns groote afstanden, eenzame lichten. Vóór een dezer hield hij stil. Dáár stond, terzijde van den weg, een klein, landelijk herbergje. Zonder aarzelen, als van zelf, trok hij er binnen. « Een druppel », bestelde hij kortaf, zijn vijfeentstuk klin- kend op de schenktafel werpend. En, terwijl een jong meisje, spoedig rechtgestaan, hem bediende, keek hij schuins, met zijn vorschenden blik, naar t vergaderd gezelschap: drie mannen en eene vrouw, die op stoelen rond een tafeltje gezeten, met de kaart speelden. Hij ledigde zijn glas in ééne teug, mompelde iets binnens- opende de voordeur en vertrok. En eerst monds als groet, dacht hij aan den toen hij een tiental schreden ver was datum der maand en dat die lieden, al-licht in familie, Drie= koningen avond vierden. Deze gedachte, die hem schielijk zijn eigen gezin voor oogen tooverde, ontrukte hem een doffen vloek en deed opnieuw, terwijl hij nog den stap verhaastte, eene vruchteloos verjaagde foltering in hem opwellen. Gedurende de drie jongste maanden had zijne vrouw hem in 't gevang niet eenmaal meer bezocht. Waarom? Dàt wist hij niet. Hij had doen schrijven en geen antwoord ontvangen. Hij had aan andere bezoekers van zijn dorp, welke hij kende, vraagd en deze hadden hem ontwijkend en met gezegd dat het achter ! Wat naar heur ge een zonderlingen glimlach, scheen het hem, er goed, heel goed meé ging. Wat school daar had zulks te beduiden ! Lang had hij alle mogelijke oorzaken hij kon tot geen besluit geraken. schicht, een argwaan door het} in zijne afwezig== nauwkeurig onderzocht ; Maar eens was hem, als een brein gevlogen. Zou ze misschien ..«««- heid... met een ander... … 0, hij dorst zijne veronder- stelling niet voltooien, zóó vreeselijk voelde hij dan zijn harti van wraaklust kloppen, zóó helsch vlamden zijn oogen, Z000 forsch krompen zijn handen, als klauwen ineen.