AAN U ONS LIED, AAN U ONS HART. Wij groeten U, Sinjoor van slag en snede, Die voor ons volk een zegen werd. Gij zijt ons lief gelijk geen tweede, Aan U ons lied, aan U ons hart ! Verteller, schilder van het volksgemoed Dat gij door tranen heen liefst lachen doet ; Wij groeten U, Sinjoor van slag en snede, - Die voor ons volk een zegen werd. Gij zijt ons lief gelijk geen tweede, Aan U ons lied, aan U ons hart ! Is levensvreugd geen teeken van genade? Uw vreugd, gelouterd door de smart, Gij brengt z’in al uw werk te stade Doorgloeid van zon of goudbestard. Der vrienden vriend te zijn is U een vreugd, Terwijl g’U ’t goede slechts van elk geheugt. Is levensvreugd'geen teeken van genade? Uw vreugd, gelouterd door de smart, Gij brengt z’in al uw werk te stade ; Aan U ons lied, aan U ons hart ! Wees blijde, die in ’t midden van uw leven, Nog jong ten levensstrijd gehard, Reeds zooveel schoonheid wist te geven En gevend altijd milder werd. Uw glorie en het kenmerk uwer kunst Is mensch te zijn, wars van der grooten gunst. Wees blijde, die in t midden van uw leven, Nog jong ten levensstrijd gehard, Reeds zooveel schoonheid wist te geven. Aan U ons lied, aan U ons hart ! De tijd verslindt de tronen en de steden, een het volk dat hem den weg verspert. Zoo draagt ons volk U in zijn leven mede v!Uragt Tmaam en faam in ^ bankend hart. p. ..er’ schilder van het volksgemoed I® gl] door ff» heen liefst lachen doet, _ J groeten U Sinjoor van slag en snede, D e voor ons volk een zegen werd. Gij zijt ons lief gelijk geen tweede Aan U ons lied, aan U ons hart ! I WILLEM GIJSSELS