Een bezoek aan een Hollandsche openbare leeszaal en boekerij De uitleening in werking Een kort verlof, dat ik in Nederland doorbracht, voerde mij tot Kampen. Van uit het buurttrein- tje, dat mij uit Zwolle, Ove- rijsels hoofdplaats, naar Kampen stoomde kon ik het mij van vroeger bekende stadje zien liggen langs den, in laten zonnigen len- tenamiddag, zilver-glinste- renden stroom van den IJsel. Ik bekeek het Kamper panorama door het wagen- raampje met de teedere nieuwsgierigheid van iemand, die een vriend, na lange afwezigheid, afschouwt of er iets gewijzigds aan hem te ontdekken valt. Schijnbaar was daar niets veranderd : beoosten spitste de toren der Bovenkerk met haar hooge beuken als vroeger boven de witte, stoere Koornmarktspoort uit, de beiaard liet nog steeds zijn kristallen liedje neerdruppelen over het Oude Stadhuis, en bewesten vierkantte de stompe toren der Katholieke Kerk boven de grillige dakenrij. Het leek mij wel een uit water- en luchtspeling opgedoemde, vergeten en toch bekende, « van Goyen » en ’k ware stellig weggedroomd, hadde de mijmerende blik niet plots de moderne, twee honderd vijftig meter lange IJselbrug ontwaard, die hare ijzeren bogen spant over het wolken-weerspiegelende IJselwater. De aanblik van die machtige IJselbrug, van waar men langs beide zijden van heerlijke riviergezichten geniet, riep mij terug tot de werkelijkheid en het heden. Kampen is oud. Daarvan getuigen sommige zijner zeer merk- 220