7 ze Over sbmerkzaamhetd en nadenk Ehle 4 ( dertusfchen levert dit onderwijs u tevens eene fchoone gelegenheid op, om uwe fcholieren over de in Ae ing te doen nadenken, welke dit of dat voorwerp hebben moet, zal het tot het een of ME gebr uik kunnen dienen. Bij vaolbeeld:e s, Waarom maakt men de vorken, of; 2 niet zonder tanden ? Waarom zet men 55 houten, en geen iijzeren , fteel in? Waarom 2 Zijn de tanden van fommige vorken of er: epen és hoekig; en van anderen En tie dze Derge- Tijke vragen zijn zeer nuttig Hebt giij nu de kinderen ‘eenen geruimen tijd, op de aangewezene wijze, vlijtig onderr se dan 4. Moet gif hen oefenen on het vergelijken va bekende zigtbare Voorwerpen. — Wanneer men twee of meerder dingen tegen elkander houdt, en opmerkt, waarin zij overeenkomen, of ver« fchillen, dan noemt men dit, vergelijken, Hier= door leert men de gelijkheid of het onderfcheid, de overeenkomst of het verfchil der dingen ken- nen (*). Om nu uwe leerlingen twee dingen te leeren’ vergelijken, moet gij hen eerst op het eene, dan op het andere doen letten, en vervol= gens vragen: „, Wat ontdekt gij in dit voor= a> Werp, ’t geen ook in het ander re gevonden 5, wordt? Bij voorbeeld: waarin is de vork aan s, de fpade gelijk? Beiden hebben eene buis; in 2» de buis zit een fteel van hout, en beide werk- 95 tuis mt C*) In zoo ver twee of meer dingen volkomen met elkanderen overeenftemmen, zijn zij gelijk; doch in zoo ver zij (lechts in eenige opzigten overeenftemmen, heeft er alleen overeenkomst plaats, — In het dagelijkfche leven worden gelijkheid en overeenkomst dik wijls met elkander werwisfeld.