Vereenigmg van Bibliothekarissen. Hij scheen zeer opgewekt en erg ingenomen met de viering. _ , "Wat helpen woorden om zijn nabestaanden te troosten ? Tock moét ik in herinnering brengen wat de werkzame en levendige O. Soenen was... Een nederig en toegewijd werker op het gebied van. lektuurverspreiding onder de menigte. De eigenaar van «De Zaaier» was een zaaier. Een kwiek zakenman, een auto- didakt, een snuffelaar, een trouw bezoeker van alle veiligen, een verzamelaar. De boeken waren zijn hartstocht en zijn brood. v Boeken met rijken inhoud die minder le- zers trokken gaf hij haast voor niks in le- zing, eri de lektuur van minder gehalte moest dan maar meer rendeeren !... Ik herinner mij onze kennismaking bij de stichting der Vereeniging. Aimé De Cort en ik -moesten zijn gastvrijheid genieten en wij dineerden tusschen, boven en onder boe- ken, aan een miniatuurtafeltje. Ik herinner mij onze vergadering in zijn geboortestad Roeselare, ons bezoek aan het graf van Rodenbach ; hij droeg, met ingetogen eer- bied, de kroon. Te Roeselare had hij een verzameling over zijn stad tentoongesteld, rijker dan ooit door bestuur, of verzamelaar kon worden vermoed. Het werd zijn glorie- dag ! Soenen, eigenaardig kind van Vlaanderen, wij, uw oude kameraden, wij zullen ü met groote genegenheid blijven gedenken. L. B. VIERING LODEWIJK SCHELTJENS In December van verleden jaar vierde Lodewijk Scheltjens, de nestor onzer Vlaam- sche Tooneelschrijvers, zijn zeventigsten verjaardag. Vele vrienden van den auteur en ook de Bond der Vlaamsche Tooneelschrij- vers, meenden, dat deze gelegenheid diende te baat genomen, om hulde te brengen aan den schrijver van zoovele tooneelstukken, aan den baanbreker van het realisme in de Vlaamsche dramatiek. Het is in de eerste plaats als baanbrekend en vruchtbaar tooneelschrijver dat Lodewijk Scheltjens gevierd werd. Dat is heel juist. Op het tooneel heeft hij zijn sporen gewon- nen, lauweren geoogst en de dankbaarheid van het Vlaamsche volk verworven en te- recht verdiend. Bij de uiting welke nu aan deze dankbaar- heid gegeven wordt meenen wij toch een anderen klank te mogen laten hooren. Scheltjens heeft zoovèeL koorden op zijn boog. Bij al hetgeen hij voor de Vlaamsche letterkunde deed zijn wij hem bovendien dankbaar voor hetgeen hij deed voor het Bibliotheekwezen in het land van Rupelmon- de. Als toezichter der boekerijen van het Willemsfonds heeft hij in zijn gebied tal van boekerijen weten op te richten en tot bloei te brengen. Ook voor dit werk van volksont- wikkeling brengen de Vlaamsche bibliothe- carissen hem gaarne hulde. WETENSCHAPPELIJKE VLAAMSCHE CONGRESSEN voor Boek- en Bibliotheekwezen - 1932. Het 2e Wetenschappelijke Vlaamsch Con- gres voor Boek- en Bibliotheekwezen zal, samen met de andere ^Wetenschappelijke Congressen en er bij aansluitend, van 31 Maart tot 4 April 1932, te Gent, gehou- den worden. Verschillende bezoeken en ten- toonstellingen zijn voorzien en lezingen wer- den ons reeds door tal van vooraanstaande personen uit de boek- en bibliotheekwereld zoowel van Holland als van Vlaanderen toegezegd. Evenals van het 1 ste zullen ook van dit 2de Congres handelingen uitgegeven worden. De bijdrage tot lidmaatschap blijft vast- gesteld op 25 Fr. voor België en op 6 Belga’s voor het buitenland. Men gelieve deze som te sturen aan Dr. Louis Lebeer, penning- meester van' het Congres, Jetteschelaan 15, Brussel (postchecknummer 76.533). Secretaris van het Congres is : Dr. C. Debaive, Albrechtlaan 66, Gent. Alle brief- wisseling te richten aan zijn adres. ONTVANGEN BOEKEN Baron, Peter : De Inktvisch, vert. v. Jean H. P. Jacobs, 421 blz. Tilburg, Het Neder- landsche Boekhuis, ing. fl. 1,75; geb. fl. 2,50 Bij het groot aantal detectiveromans, die allen veel gelijkenis hebben, weet de schrij- ver in deze, wat bijna onmogelijk schijnt, toch weer nieuwe gegevens te .verwerken. «De Inktvisch» is de deknaam van een schurk uit de hooge wereld die de ergste schelmstukken bedrijft, bijna met de politie naast hem, en toch steeds uit hun handen weet te blijven. Tot het einde verkeert men in t onzekere wie zich onder de vermomming schuil houdt. 12