RAD wetn ZTR ermm EN menne md e= Pe ene ten dinar EEEN me NT DEE OE | Ze n an Û 102 NOGCEUR. Het wordt reeds vroeg, want ’tis zó laat ; Ik voel de nieuwe dageraad, Die spreidt zó wit, zijn wit gelaat Rein over de kille, stille straat. Nu trilt en rilt er langs de lucht Een witte zonnewiekenvlucht. De huizen zijn een witte rij Van maagden in hun bruidsgetij.