Dg Le 220) « Verlaat den strijd, gij allen, mijne dappere liën, « Siegefried den starke heb ik hier gezien, « Siegemonds dapperen zoon heb ik herkend, « hem heeft de helsche duivel naar het land der Saksen gewend.b 221) De vanen hiet hij strijken midden in het gevecht; hij bad om den vrede, die werd hem toegezegd ; toch moest hij als gijzelaar worden gevoerd in Gunthers land; dit had van hem verworven koenen Siegefriedes hand. 222) Eenstemmig besloot men te staken den fellen strijd, menige helmen en schilden doorhouwen diep en wijd legden zij neder; al die er werden gevonden, droegen bloedige vlekken gespat door de hand der Burgonden. 223) Zij vingen zoovelen zij wilden, zij hadden daar de macht. Gernoot en Hagen, de ridders vol kracht, hieten de gewonden leggen op baren, zij voerden toen met hen naar den Rhijn gevangen vijf honderd krijgers koen. 224) De overwonnen ridders reden naar Denemark. De Saksen, hun bondgenooten, streden niet zoo sterk, dat men ze kon loven; dit deed den helden spijt: ook werden de dooden door hunne vrienden beschreid. 225) Naar den Rhijn hiet men de wapens op lastpaarden zenden. Moedig had zich gekweten, met zijne dappere benden, Siegefried de koene; hij vocht in den strijd zoo goed dat Gunthers mannen allen herkennen moesten zijn moed. 226) Boden werden gezonden naar Worms door Gernoot, den heer, om aan zijn vrienden te melden en konden heinde en veer, hoe het hem en zijne lieden goed was vergaan en de dappere ridders met eere hun plicht hadden gedaan. 227) De ijlboden liepen, door hen werd het nieuws verspreid, nu verheugden zich van harte die vroeger hadden geschreid, toen deze blijde mare door den lande werd vermeld; nu werd door de edele vrouwen ook menige vraag gesteld : 228) Hoe het met des konings lieden was vergaan? Men hiet eenen der boden naar Chriemhilde gaan ; dit geschiedde heimelijk, daar zii luide niet zeggen dorst, wat zij hield verborgen daaronder diep in hare borst. 229) Als zij zag komen den bode naar haar vertrek, hield de schoone Chriemhilde minzaam met hem dit gesprek : « Zeg mij de blijde mare, zoo geef ik dij veel gelds, «en mijne gunst voor immer, zoo du het zonder liegen melds.sebl