Bes 4 VEE Vrijdag 30 November 1725. No. den 7. November. „ t Carinne heeft soo gerichtighe vilen bekomen van Hot couw, dat heere Ma¬ gesteyt, soo heeft de wegen maer eenigh sints practicabel tus¬ een velen, eenen ront te doen niet die Stadt, ander, maer alle schip, wel eene groote veranderinge mochte gemaeckt worden in de regeringhe Sommige blyven versekeren dat niet eenelyck eenen en ordinaren of gelant, van den Keyser, met oock eenen van den Koninck van Polen ten eersten herrenaerts moet te ko¬ men, om met ons tot saeken te besluyten van het uytterste gewicht wy blyven sonder nouvelles uyt opte Steden den de Caspilte Zee. Walschouw, den 14. November. waer dat den keyserlycken Ambassa, deur, den Grave van Vrun, voor leden waerdigh voor den noen meer, als een wie, by den Koninck was geteelt over brieven, die hy den voorigen dogh hadt ontfangen van Weesen, begaff hy sich naer den doen met Lonier, om te Bouchelen met den Princen, van waer sijne Excessentie gisteren wederom te rugt quam in dese sinst. teden is den het tot eene by een komste gehouden van alle de hier zijnde Penneurs, ende di¬ biters, maer en weet niet wat in de selve is verhandelt, Den Brittannischen Minister, den Heer Fissch, omhoudt sich noch in dese Stadt, en twijffelt niet meer, ofte palen Koninck tot oock teden in per Troetaet, het gene tot weezen is gesloten, Toektsolut, den 14. November en versocht den Grave van breitsch Ambandeur van den belet, niet voor in het begin van December in dese Tiet¬ De Teste brieven, die onsen Koninck kostelinghs beeft ontfangen van sijnen Minister, in volen, wesen geeve idin¬ gen van belance, ende seggen decre¬ ick dat den Keyleenlycken, Ambassadeur eenen ongemeenen wyde bleef gen-en¬ den, om tusschen de contesterende, wo¬ gentheden een verdragh te wege te brengen over de voorgevende Gravaming ten op¬ sichte van de Renge¬ Contracte, den 20. November Ons trost onthoudt sich noch op het lust, huys van Frederierborg, om dat noch met veel volck gearbeyt van den het verbe¬ een van verscheyde appartementen in het Koninklyck Palleys van dese Stadt, de welcke echter teenemael sullen volmaeckt een tegens het begin van de genstaen de maendt verscheyde verloonen, die men cortelinghs in rechtenisse heeft genomen, legt-men dat plichtigh sijn aen Malverlatie, Hek, den 20. November. en ons tot sijn naerrichten van wat schuur de welcke bevestigen daer voor geene suptie, over de religiens-doeken, meer was te duchten. Den Koninck, van Prysen tot sich gewisselyck binnen weg¬ dige dreghen pot post van hier begeven naer Herrenbouten, om afscheyt te nemen van den Koninck van groot brutonnen, den welcken eerder, als men gemeint hadde, de reijs van daer soude aennemen het Londen; Ondertusschen heeft sijn bruyssche majesteyt den geheijnen haests