Lessen, oostelijk tot Zinnik ; — arrondissement Charleroi, noordelijk tot aan de Brabantse grens arrondissement Bergen, noordelijk tot Zinnik, oostelijk tot Binchê, zuidelijk tot aan de Franse grens ; B arrondissement Zinnik, richting Ath en Bergen, waarbij wordt aangesloten op de gebieden, die van deze steden uit worden bestreken, noordelijk tot aan de Brabantse grens ; B arrondissement Thuin, westelijk tot aan de Franse grens en richting Bergen. Het arrondissement Doornik werd voor bediening door de bibliobus a priori uitge- sloten, vermits dit gebied te ver afgelegen is van de centrale basis La Louvière. De lengte van de bibliobus bedraagt 10 meter. Ze kan op de schappen ongeveer 2.000 banden vervoeren. Buiten deze boeken, die door het publiek vrij kunnen genomen worden, kunnen nog 1.000 tot 1.500 banden meegebracht worden in de lage kasten onder de rekken en in de kofferruimte onder de wagen. De bus ontvangt daglicht via het dak, dat geheel uit vensters bestaat. Door een elektrische groep worden twee rijen neonlampen gevoed, een radio, een bandopnemer en een platendraaier. De groep is sterk genoeg om bovendien nog de nodige stroom te verzekeren voor projectietoêstellen, alsmede voor allerlei lichtbronnen, die kunnen gebruikt worden tijdens culturele activiteiten. De bus kan inderdaad aan een twintigtal personen zitgelegenheid bieden. Het publiek betreedt het voertuig langs voren. Hier worden de boeken afgegeven en nieuwe lezers ingeschreven (zitplaats chauffeur voor dit doel aangepast). Achterin de bus worden de nieuw gekozen boeken voor ontlening opgetekend. De lezer verlaat de wagen langs achteren. Er zijn drie catalogi voorhanden, die een overzicht van gans het fonds bieden, dus ook van dat gedeelte dat in de basis werd achtergelaten ; thans zijn er in totaal 4.700 titels. Deze drie catalogi zijn : een alfabetische hoofdwoordencatalogus, een alfabetische titelcatalogus en een trefwoordencatalogus. Naast romans bestaat het boekenfonds uit een groot aantal non iïction-werken en een eveneens uitgebreide verzameling jeugd- boeken. Titels die niet in het bibliobusfonds voorradig zijn, kunnen bekomen worden van de Bibliothèque centrale provinciale te La Louvière. De ontlening geschiedt dan per post. Het merendeel van de volwassenen-cliënteel van de bus is uiteraard slechts ’s avonds te bereiken. In de dag worden dan ook hoofdzakelijk scholen bezocht, verder enkele markten alsmede fabrieken tijdens de middagpauze. De bibliobus verschijnt aan elke halte eens om de veertien dagen. Er wordt vijf dagen per week gewerkt en er zijn gemiddeld vijf halten per dag, zodat in totaal het aantal halten ongeveer 50 bedraagt. Gaarne hadden we met betrekking tot het laatste gedeelte van het artikel — waarin het gaat over de uurregeling — wat meer uitleg gekregen. Over de dagindeling wordt inderdaad niet gerept, noch over de duur van de oponthouden ; evenmin wordt ergens gezegd tot hoe laat ’s avonds wordt uitgereden. Het ware nochtans interessant geweest deze en soortgelijke zaken te weten. Mogelijk vernemen we daarover in een volgende bijdrage méér, nadat eerst de ondervinding geleerd zal hebben welke de beste regeling in deze is. Er zal trouwens ook naar een oplossing moeten gezocht worden voor de feestdagen die op uitleendagen vallen en waardoor het kan gebeuren dat de bibliobus aan bepaalde halten maar eerst na een maand terug verschijnt. Het inleggen van een tweede bibliobus zou hier natuurlijk de goede oplossing zijn. Elke halte kan dan allicht eens per week bezocht worden, zodat bij mogelijk uitvallen van de bibliobus (dit kan ook gebeuren wegens defect !) de wachttijd voor de lezer toch nooit meer dan veertien dagen kan bedragen. Doch hier zullen we dan maar aan toevoegen, om te eindigen : komt tijd, komt raad ! P. Van Tichelen S.O.B. Antwerpen 82