Meer dan dertig jaar werkte Grate aan dit beeld. Sinds 1927 realiseerde hij meerdere versies. De idee komt uit een bizar verhaal dat de postkubisten in de jaren ‘20 te Parijs bezighield. In een Music-hall voorstelling werd een vrouw opgevoerd zonder ledematen, ‘la femme-tronc’. Ze werd meerdere malen ontvoerd, wat telkens druk besproken werd in de Parijse pers. Verschillende kunstenaars lieten zich inspireren door het toch wel eigenaardige gebeuren, alsook Grate. Hij toont ons de vrouw die ontvoerd wordt door eigenaardige, insectachtige wezens. Ze is dus zowel vrouw als larve. Grate maakte van dit beeld eveneens een reliëf in kalksteen, dat dateert van 1939. Het werk in het Middelheimmuseum (enig exemplaar) is een voorstudie op halve grootte van de groep die in 1958-59 voor het Karolinska Institutet te Stockholm werd opgesteld.