GAZETTE VAN ANTWERPEN dynsdagh 2. January 1725. d liers, den 18. December. en Grave van Col¬ loredo, onsen Gou is verneur, is van het besichtighen van de diende Fortificatien van Pizzigitone, die hy een seer goeden staet heeft bevonden, hier te zagh gekomen den heeft hier noer¬ sicht dat een seker voorstel, het gene den Minister van het spensch tot bast heden den den grooten Hertogh voo Tolengen, beleefdelijck door dien Prins was gedeclineert, ende of geslooten. sal, den 8. December. Over het verklaert houwelijck van den Hertog van Holstein met de ouste Cas¬ sche Princesse blyven de Vrolijckheden noch duren in dese Stadt. den alle onse Ambassadeurs, ende afgesamen, de wel¬ de lich bevinden den uytheensche Hoven, is bevel gesonden, om den de Princen, by de welcke hy resideren, kennisse te geven soo dese dientie, men spreekt hier sterck dat het gemelst houwelijck niet hier, maer tot Molcoo sal worden voltrocken, ende dat den Cret, ten dien opsichte, vroeghet, als men hadt ge¬ post, een het soude vertrecken naer die sigst De konde, die seers excessie is geempt oock we, doch men blyft bier, tot groote verwonderinge, noch Con¬ de soeeuw wanset uw, den 16. December. de Gedeputeerdens van Dantzich heb¬ Een schoot geschaft by den konck, onse sullen, maer alle schyn, ten eersten met eene gevende verrichtinghe te rugh keeren naer hunne stadt, Des Prins by bomisse, die eene belettinge van 12 600. Mangen binnen Thom heeft gels een, ende de onsere Trouppen met hun de voorighe gusteren heeft gesonden, is herrewaerts op wegh, om van sijne ex¬ peditie versogt te doen den den ko¬ inck, den welcken daer te leestsaghen de reys gewisselijck tot voordenen over saken. wezen, den 20. December. sterdsch smorgens willen des het Hoff Roet van sigeren in presentie van den keyser, gelijck oock moedigh, Tiste¬ ten heel vroegh heeft sch onsen No¬ werck met de Erfprins van Lorreygen er den kant van Fischamen ende nam daer ontrent het diverssement van de Jacht. De Aris Hertoginne Maria Elisabeth, Cou¬ vername van Nederlandt verschynt om beere kleyne onpasselijckheyst noch niet in het publieck, maer en versekert dat by soo goet is als herstel. Den Grave van Dro, die een weynigh geincommoseert is van het Heren, tot, soo de sprake gaet, in de toekomende Maert met sijde geheele komilie van hier voor uyt vertrecken naer brabant, om tot brutel de noodighe preparatoris te doen onseeken tot het ont¬ langen, ende inhaelen van die desel¬ te. en sprekt dat des Keyser telis ver¬ te groote fleesen, ende Dames benoemt heeft, de welcke geschickt sijn tot des dienst van de Gouvername over van echter den Lyst doch niet en is gepubl ceert. Het schryndt dat eenighe Italiaen- sche mogentheden en gheombrageert sijn over het goet verstant, ende de gewenste