Xxxi

HOLLAND. Language.
Auziliary verbs. Hebben, to have; zijn or wezen, to be; zullen,
the infinitive of shall or will (future sense); worden, to be (in the
formation of the passive voice).
ik heb ik ben
gij hebt gij xijt
hij, ij heeft i ij i
wij hebben
gij hebt
zij hebben
gehad, had.

ik word

gij wordt

hij, zij wordt
wij worden

gij wordt

zij worden
geworden, been,

ike zal

gij sult
hij, ij zal
wij sullen
gij sult
ij sullen.

    

ij ijn
geweest, been.

The conjugation of verbs and the construction of sentences
closely resemble the German.

The form of address among the upper classes is always U(prop-
erly Uwe Edele, Your lordship, Ital. Vossignoria), with the third
person singular, and often with the addition of Mijnheer. A mar-
tied lady is addressed as Mevrouw (pronounced Méfrow), a young
lady as Mejuffrouw. Juffroww is uniformly used in addressing bar-
maids, female attendants in shops, etc. Freule is used for an un-
married lady of noble birth. —- Among the common people gij or
jij, abbreviated into je, is used with the second person plural. Je
is also made use of in familiar speech by persons of the upper
ranks, but the stranger is recommended to abide by the more formal

 

mode of address.

Mag ik Uvragen, hoegaik naar..? |

Wat is de kortste weg naar . .?

Garecht uit, en dan de eerste straat
links, rechts.

Ik dank U, mijnheer.

Ik zal met den spoorweg (or
simply met het spoor), met de
stoomboot reizen.

Kruier, breng de bagage naar de
spoor.

Ik geloof dat het te Laat is.

Met welke klasse reist U, mijn-
heer ?

Ik zal een kaartje (or billet) voor
de tweede klas nemen.

Enkele reis. Retourbillet.

Hoe laat is het?

Het is kwart voor tweeén, over
drieén, half tien.

De trein vertrekt om vijf uur en
komt om tien aan.

Instappen, uitstappen; stab in,
haast U,

 

Maylask youhowlamtogo to...

Which is the shortest way to...

Go straight on,and then by the first
street to the right, to the left.

Thank you, sir.

I shall travel by railway, by
steamer.

Porter, take the luggage to the
station.

I believe it is too late.

In which class will you travel?

I shall take a ticket forthe second
class.

Single journey. Return-ticket.

What o'clock is it?

It is a quarter to two, a quarter
past three, half-past nine.

The train starts at 5 o’clock and
arrives at ten.

To get into (the train), to get out
(alight); get in, be quick,