plicht is een bienvenue te geven en een daalder in de bus te stor- ten (L, art. 69). De leerjongens moesten de gezellen dienen « als er niemant en is », gelijk dit «in alle landen de maniere is» (G.). 's Zondags waren zij verplicht de drukkerij schoon te vegen (G.). Als zij niets in de drukkerij te doen hadden, was het hun verboden daar te komen (G.). Zij moesten zich in alle opzichten fatsoenlijk gedragen en mochten de gezellen niet na-preutelen, niet inju- riëeren of toenamen geven (G.). Wegens hun jongen leeftijd werden de leerjongens, als zij iets misdreven, niet gestraft met een geldboet. In al de voor- schriften, die hen betreffen, dreigt men met de straf « van den brits», soms met bijvoeging van de bijzondere bepaling, dat de straf zal toegepast worden door « den genen, diemen daertoe ordonneren sal». Dit beteekent, dat de schuldige leerknapen gestraft werden met een pak slagen a posteriori door stevige hand toegediend. De uitdrukking «van den brits slaan» was in de 16° en 17° eeuwen algemeen gangbaar. Plantin (1) vertaalt ze door « donner ad soleas ou la paelle par le cul» (Solea vel sar- tagine nates verberare — met de pantoffels of met de pan de billen slaan). Kiliaan geeft dezelfde uitlegging (2). De afstand tusschen de leerjongens en onvrije gasten eener- zijds en de vrije gezellen anderzijds was groot. Iemand, die het waagde een vrij gezel leerjongen, smouter of smots te heeten, verbeurde een boet van 15 stuivers (L, art. 67). Smouter blijkt in de ordonnantiën der Plantijnsche drukkerij leergast te betee- kenen, wellicht omdat deze beginnelingen belast waren met het smouten of smeren der persen. Smouters en leerjongens mochten geen klachten tegen de vrije gezellen indienen. Het was hun alleen toegelaten met deze gezellen over het werk te spreken. Zoo zij het waagden hun meer- deren te « blasphemeeren oft (te) injuriëeren », werden ze zwaar gestraft (L, art. 64). Aan de vrije gezellen wordt op het hart gedrukt, dat zij aan de « smouters geenen onbehoorlycken moet- (z) Thesaurus theutonicae linguae (1573). (2) Synonymia latino tentonica (Ed. Spanoghe-Vercoullie III) — Pan aersen; bridse slaen, :