Full text |
T2I
_ Mademoiselle Pyrgosc. 't Kamermeisje, hoofd om 't tapijt ge-
stoken, had ’t gezegd.
_— Faites entrer .…;’t meisje was weer verdwenen. Greta ging voort:
— Over begrijpen gesproken daar zul je nu iemand zien die
me heelemaal begrijpt... ’n wonder … De menschen zijn hier niet
gauw ontwikkeld, maar als ze ’t zijn... nu je zult zien…
Statig, forsch, wat te groot voor deze fijne kamer, in fijn zwart
laken gekleed... de stof los plooiend om d'r krachtige vormen,
schouders breed, handen groot, gelaat donker-getint, sprekend, …
geheel oprecht, zonder iets van willekeurige plooien... en om d'r
slapen en omlaag over d'r ooren den òver-weelderigen vloed van
donker-blonde krullen, die zich opkronkelden tegen dr bonten mutsje,
en op ’t zwart vòl zon schenen met iets van ’n rood-koper weer”
schijn; d'r kleine borsten stonden forsch onder ’t korte gladde jakje
en ze hief zich, handen op rug, trotsch omhoog, op d'r vol-groeide
beenen, als ’n rijzige riddersvrouw.… Zòò kwam Hanna met wel-
gemeten beweging voor t tapijt staan, d'r zwarte kleed langs de
vagere schaduw zacht in de Oostersche tinten ver-vloeiend…. linker
been onder ’t neer vallende laken, even vooruit, tip van d'r voet
zichtbaar... wachtend.
En zeer diep boog ze, en d'r lenige lijf lachte mee met d'r in
lach geheel op gaand gelaat, toen ze werd voorgesteld aan Lena.
Die was oogenblikkelijk door d'r ingenomen. Dit van heerlijk haar
omspeelde louter oprechte Madonna-gelaat, dat zich luisterend gaf
bij de kleinste opmerking die men zeide; de gracieuze bewegingen,
maar vooral dat forsche, ideaal-krachtige lijf, die zachte bloote nek
fier naar achteren, en die kop zelf-bewust omhòòg op de stevige
schouders... Lena bewonderde.
En die zoet-vloeiende stem, soms ernstig, vol-alt, zoo diep als ’n
vrouw maar kan reiken, die ’n volgend oogenblik weer steeg
hooger, maar nooit zoo hoog of ’t degelijk vol-lage klonk er in
meen.
Ze droeg d'r plooiend kleed zoo gracelijk.
Zòò een nu tot vriendin hebben.
Maar ze keek schuw opzij. Zou men haar anders de bewonde-
ring niet op ’tgelaat zien trekken?
— Nu, hoe heb je ’‘tboek gevonden Hanna?
__ Zoo schoon, zoo schoon. ’t Moet wel ’n ghenot zijn voor die
klein’ kleuters zoo iets te lezen. En die schoon’ beeldekes.… al die
lie-ve kinnekes... ziet ‘ier... dees... hoe vindt u die verwonderde
smoeltjes .…
D'r gelaat met snoeperig vooruitgekrulde lippen en verwonderd
geopende oogen, — beeldde ’n blij-verrasten kinderkop... in on-
schuld vreugdig. Ze was ’n heerlijk wonder, vond Lena. Ze ging
op in wat ze zei.
5 Hf
— EEn ERR
? |