a zer mennen wia e= ne en Marende eee zonderlijk, maar tot heel de bevolking. Zij beoogt te zijn een gelegen- heid waar eenieder eene algemeene ontwikkeling kan ontvangen, en die eene richting kan aangeven tot diepere studie. Voor volledige vakkennis of gedegen onderlegdheid staan de boeke rijen der nijverheidscholen of de wetenschappelijke bibliotheken open Het vorige wijkt eenigszins af van hetdoel dat ik mij bij het begin gesteld had, namelijk om een paar woorden te schrijven over den cata- logus der Stedelijke Volksboekerijen te Antwerpen, en het stelsel van catalogiseeren dat er in zwang is. Ik heb getracht diegenen te voorko- men, die gehoopt zouden hebben, in de nieuwe uitgave van den cata- logus, die eerstdaags het licht zal zien, een verzameling te vinden van handleidingen over het minste onderdeel van het vak of de wetenschap waaraan zij zich interesseeren. Nog eens, dat zij zich wenden tot de boekerijen der nijverheidscholen of de wetenschappelijke bibliotheken. Met een beperkt budget heeft de volksboekerij eerst voor de gansche bevolking te zorgen, vóor zij aan ieder in het bijzonder denken kan. * * x Bij het aanleggen ven een catalogus hoeft men vooral in 't oog te houden dat hij zal omvatten : eene innerlijke inrichting, en eene wer- king naar buiten ; de welgeordende organisatie van het magazijn, en het aantrekkelijke van het kijkraam. Beide vertoonen bepaalde kentee- kens, hebben afzonderlijke eischen. De noodzakélijkheden van het eene gedeelte mogen het andere niet hinderen. Zij moeten ig elkander schakelen en een harmonisch geheel vormen. Het zal den beambte natuurlijk gemakkelijker zijn naar de werken van een schrijver te zoe- ken in eene fichenverzameling, die niet voorafgaandelijk naar den inhoud ingedeeld werd. De lezer zal zich echter uren tijdroovende in- spanning moeten getroosten, eer hij in dien warboel zal vinden hetgeen hij behoeft. De catalogus moet zoo aangelegd zijn dat de lezer er zich spoedigin thuis voelt, maar moet zich ook leenen —en dit is een organisatorische eisch — tot verdere uitbreiding van het boekenfonds. Daareven had ik het over de noodzakelijkheid van het aantrekkelijke van den catalogus voor het publiek, en hierbij dacht ik eerst aan een verzorgde inkleeding : het formaat dat gemakkelijk te hanteeren moet zijn — het &°der Fransche uitgaven dunkt mij het beste — een duidelijke letter op goed papier. Maar vooral dachtik aan de populariseerende rol die de catalogus hierdoor kan vervullen. Om zijn verzamelwaarde zal hij kunnen voorkomen in het boekenfonds van eenieder, naast woordenboeken, handleidingen, e. d. Îridien een probieem een lezer bezig houdt, zal hij trachten bij middel van den catalogus eene oplos- EL6