ving uitoefenend, de lachers op zijn zij hebbende door het treffende zijner origineele spontane opmerkingen, is misschien de best geslaagde figuur van het heele stuk. De scenes waar hij het woord heeft zijn weliswaar alle op de grens van de persiflage, maar bevatten toch buitengewoon mooie opmerkingen, b.v. zijn indruk van de naderende maagd na de eerste slag : „Da naht sie! Weissilbern das blasse Fahnchen wie aufgehângte Wâsche auf dem Dorfanger. Man sucht nach der Gânseherde. Eigentümlich primitiv aber schön." Het onderwerp van het drama „die Flucht nach Venedig" is — zooals ik al zei — de tweeslachtigheid in de vrouwelijke artiest : de betrekkelijkheid van haar over- gave in de liefde terwille van haar vermogen het beleefde dadelijk als stof te o verzien en te verwerken. Het stuk speelt in Venetie. Alfred de Musset heeft Parijs verlaten, gekwetst door de trouweloosheid zijner minnares. Hij zoekt, nieuwe inspiraties volgend, de eenzaamheid, die hij in de vreemde fantastische stad door een gelukkige onge- stoorde periode van scheppen voorbijgaand vindt, terwijl George Sand, het intiemste van hun verhouding literair exploiteerend, in Parijs triomfen behaalt, en hem daarop nareist. De beleedigde Musset koestert nochthans een zekere bewondering voor haar ruime voortvarendheid en gelooft zich door deze verhevener zienswijze vrij van haar boeien om kort daarop wederom onder haar invloed te geraken. „Du kannst nicht leben — du bist gleich ausser dich gestellt — und ermisst die Scene in der du auftrittst und Publikum bist. Die ewige Keuschheit des Erlebens ist zerbrochen — du wirst die Dirne deiner echten Erschliessung." Zoo ziet hij haar en zegt het. Getroffen door de schijnbare juistheid van zijn woorden zoekt zij ze te weerleggen in een onreflekteerend, onvoorwaardelijk en zonder bezinning ingegaan „Erlebnis“, een avontuur dat zich biedt in de ontmoeting met een italiaanschen arts, die in der haast bij een van Mussets krampaanvallen geroepen werd, en in wien zij den gezochten partner speurt met de mogelijkheden van tot nu toe ongekende sensaties. „George Sand ist ausgelöscht, zegt zij als haar begeleidster een regel van haar hand vraagt als loon voor den bode die den dokter gaat halen, „wer lebt weiss ich noch nicht. “ Dit is de situatie : de arts was door den in zijn aandringen volhardenden bode in een nachtelijk liefdesavontuur met een pas gehuwde engelsche gestoord en gaat naar den zieke, maar wordt achtervolgd door de achterdochtige minnares, die in het overgereikte briefje dat hem riep de intrigue van een mededingster vreest. Zij komt in het huis waarin zij de dokter heeft zien verdwijnen, vindt George Sand en deze roept als schuldig ter verantwoording, waarbij zij onwillekeurig impulsief de onvoorwaardelijke overgave van haar blinde liefde verraadt. De schrijfster luistert, — om te studeeren. „Suchen Sie nach einem Wort das alles umschliesst, •—“ roept de argelooze vrouw uit, Freudç ■— Angst — Lust — Qual -— nur Reue nichtj es existiert nicht. Es ist 160