5 AN en de En . 112 Algemeene regels , om de jeted gegevene rilatine op te {por Hetzelf= de moet ook gefchieden, wanneer een uwerdeere lingen op de vraag: ‚, wie is een goed Chrise ak ten 2” het onvolkomen antwoord geeft: , die zi eha is’ want wij wete: tisheid, fchoon ftrekkende tot eene den Chrístelijken Godsdienst, ons, ve, den eernaam van een waar C kan doen verkrijgen , maar Ee daartoe wordt; dat wij ons geloof in jezu Zaligmaker der wereld, guolie eenen gen “levenswandel, overeenkomftig zijne Voor- fehriften, bevestigen. — Wijders: wanneer een kind u op de zag ‚‚ wat is de zonde?” dit antwoord geeft: … die fteelt,** dan noemt het een voorbeeld van zonde op, in plaats dat het u van dezelve eene juiste verklaring zou geven. Soortgelijke antwoorden komen dikwijls voors en toonen duidelijk , dat het kind nog geen algemeen denkbeeld wan de zaak heeft. Ter verkrijging - hiervan moet nu het kind op E iervoren aangewezen wijze geholpen worder doch alvorens moet sij bem doen otberkdnt dat zijn antwoord onvoldoende is, en daartoe op foortgelijke wijze tegen het kind fpreken: 5, Gij antwoordt mij reeds meer, dan ik wilde 5 weten. Ik vraagde u, watis de zonde? en „> Zij noemt er mij reeds eene bij den naam op, en kunt op deze wijze er nog wel meerder optellen. Dit is echter thans mijne bedoeling niet.‘ Ik wenfche alleen van u te vernemen; dat deze pleg= 22 23 9,2 „5 wat ten -allen- tijde het zeker rr der ‚> zonde is, en dus ziet gij het gebrekkige van 5 UW