vaststellen. Wie bijvoorbeeld voldoende studies gedaan heeft maar gehuwd is met een partner die niet leest en niet graag over boeken spreekt zal min- der lid zijn van de OB dan hij wiens partner wel boeken leest én er over wil praten. 9. Sociale participatie Naarmate men meer lid is van sportieve, culturele en sociale organisa- ties, in deze verenigingen verantwoordelijkheid draagt, en de aktiviteiten bijwoont, is men ook vaker lid van de openbare bibliotheek. Dit is een dui- delijke vaststelling in dit onderzoek, zowel voor mannen als voor vrouwen, voor personen in de leeftijdscategorie 21 tot 35 j., en in de groep 50 jaar en ouder. Dit geldt voor huisvrouwen, voor arbeiders en kaderpersoneel. Bij de bedienden daarentegen en bij de afgestudeerden NUHO is geen relatie vast te stellen tussen sociale participatie en OB-lidmaatschap. Hieruit blijkt dat OB bezoek deel uitmaakt van een levenswijze waarbij men sociaal geïntegreerd leeft in de gemeenschap van zijn of haar stad en gemeente. Samenvatting en conclusie Een eerste bedoeling van het verrichte onderzoek bestond erin een beschrijving — kwalitatief en niet zozeër kwantitatief — te geven van volwassen OB-leden te Groot-Aalst. Vermits de steekproef niet een perfect representatieve doorsnede van de bevolking weergeeft ligt de waarde van de beschrijving uitsluitend in de karakteristieken van de OB-bezoeker die opgehelderd konden worden, en met statistische zekerheid konden naar vo- ren gebracht worden. Hoeveel mensen per persoonskenmerk precies en exact de OB bezoeken te Groot-Aalst kan niet gezegd worden. Wel kan in termen van meer en minder, vooral, en dergelijke gesproken worden. Het onderzoek geeft aan ‘welke’ mensen de OB gebruiken. Per beroepsgroep kan volgende robotfoto van de OB-leden gemaakt worden : a. Huisvrouwen die de OB bezoeken zijn veellezers, kopen ook veel boeken, hebben een grote huisbibliotheek, hebben vaker een hogere studieoplei- ding genoten, komen uit een familie met sterke ouderlijke leescultuur, leven veelal in een gezin met sterk leesklimaat, staan positief tegenover de OB, hebben vrienden en kennissen die ook boeken lezen, zijn nogal eens tussen de 36 en de 50 jaar oud, en hebben eerder een groot gezin (meer dan 3 kinderen) ; b. Arbeiders (Arbeidsters) die de OB gebruiken zijn jonger (20 tot 35 jaar), in ruime mate vrouwen, hebben een sterke leesfrequentie, een positieve houding tegenover de OB, een sterkere ouderlijke leescultuur, meestal las ook de moeder veel boeken, het gezin waarin ze leven is leesbevorderend, 14 / Bibliotheekgids—Jg. 54 — Nr. lWÊl978