Full text |
1 ) Gedurende de besprekingen van het Ie Congres voor Boek- en Bibliotheek-
wezen in 1930 hebben we een motie voorgelegd vragende dat in België naar praktische
middelen zou uitgezien worden tot het samenstellen van een algemeene catalogus. (3)
2) Op zijne beurt heeft senator Vermeylen, rektor der Vlaamsche Hoogeschool
te Gent eene lans gebroken ten voordeele van een C.-C. in de Senaatszitting van den
4n Maart 1931, bij de bespreking van de begrooting van het Ministerie van Weten-
schappen en Kunsten. (4)- » ; . ^
In feite geloof ik niet dat men reeds ernstig aan het aanleggen er van gedacht
heeft, niettegenstaande de geuite wenschen.
Men kan het niet ontkennen: de toebereidselen, die een werk van zulk een omvang
vergt, zijn van dien aard, dat menig initiatief wel afgeschrikt moet worden. De open-
bare besturen, die voor zekere zaken zoo mild optreden, hebben zich, waar het de
wetenschap geldt, niet immer op de hoogte, van hunne taak getoond. En zoover hebben
zij het nog niet gebracht, dat ze de beoefenaars der wetenschap steunen door het
vergemakkelijken van hunne opzoekingen. _
Nu een centraalcatalogus is een kwestie van geld en van ondernemingsgeest. Als
het eerste er is, komt het tweede van zelf. Ik ken mijne collegas te goed én kan dus
luidop zeggen dat het materieele werk dat met de verwezenlijking van. zulk een ont-
werp gepaard gaat, hen niet afschrikt. Maar zonder ruime financieele hulp is dit echter
niet tot stand te brengen. ' . _
Het werk op zichzelf kan zich toetsen aan wat twee nabuurlanden op dit terrein
gedaan hebben : Pruisen en Holland.
In Pruisen werd het denkbeeld van een centraal-catalogus van de boeken van al
de groote boekerijen opgeworpen in 1 842. In dit jaar vinden we in Sei-apeum (blz. 247
en vlgde) een niet onderteekend artikel, maar waarschijnlijk van de hand van K. E.
Försteman, bibliothecaris te Halle, waarin deze voorstelt tot-het opmaken over te gaan
van een «Alphabetischer General-Nominal Katalog aller öffentlichen Bibliotheken des
Staates». H. von Treitschke en K. Dziatzko, namen het ontwerp op hunne beurt op,
maar gingen verder met de bestudeering er van. K. Köchendörffer van Cassel maakte
de gegevens van Dziatzko nog vollediger door zijn artikel m de Preussische Jahr-
Het terrein was dus 'genoegzaam voorbereid om de zaak ernstig ter hand te nemen.
In hunne jaarlijksche bijeenkomsten werd ze onder alle oogpunten besproken door de
De Pruisische Gesamtkatalog
bûcher. ( 5 ).
pfuisische bibliothecarissen.
(3) Archives, Bibliothèques et Musées de Belgique, 7,
(4) Senaat. Beknopt Verslaer. 1931. blz. 234.
1930, blz. 72.
(5) Zie daarover :
waatin alle bijzonderheden
log) opgeteekend zijn).
65 |