HAASDONK. Rostekoppen. Vóór jaren (1840-50) woonden daar vele menschen met ros haar. Dat was genoeg om al de inwoners pars pro toto, den naam Rostekoppen te doen geven. Cornelissen, II, 123. HEIENDE (wijk van Lokeren). Muttens (kalveren). Op de muziekmaatschappij van Lokeren-Heiende wordt o.a. te Zeveneeken gezongen : Hooi en stroo(i) en klavers bij Eten de Muttens van ’t Heiendij. Ferdi. Van de Vijver. Vertellingen. Spreekwoorden, Liederen uit de Lede- gouw (1942, zonder naam van drukker), blz. 10. KALF (HET) (Wijk van St-Gilles). Lompooren. De naam hebben de bewoners van het Kalf gemeen met die van de Klinge. Cornelissen, II, 127. KALLOO. 1. « Langs achter binnenkomen, gelijk de Franschen in Kallooi ». Door de achterdeur binnenkomen. Waarschijnlijk een zinspe- ling op de onverhoedsche bezetting van de Mariaschans door de Fransche troepen van generaal Sebastiani in 1831. Waasch Idioticon, 536. mò « Hij loopt vóór Kalloo. » Hij gaat op de vlucht. De Hollanders ondergingen aldaar een duchtige nederlaag op 21° Juli 1638. Velen kozen er het hazen- pad. Tuinman. Spreekwoorden, I, 58. 174