bedoeling de Europeanen over China in te lichten. Om dit intiem en ontroerend te doen heeft hij zijne moeder als hoofdfiguur genomen. Het werd een meesterstuk. In korten tijd beleefde het boekje in Frank- rijk 12 herdrukken en werd in ’t Duitsch, Spaansch en Amerikaansch nu in ’t Neder- landsch vertaald. Conrad, J.: Het Kapeirsnest, 41 blz. Tilburg, Het Nederlandsch Boekhuis. Dat deze genaturalizeerdè • Pool als En- gelsch auteur in breeden kring vermaard- heid verwierf, elkeen weet het. De meeste van zijn werken werden vertaald én het zou de moeite loonen eens' terloops aan te too- nen wat bekende jongere Fransche auteurs als bv. P. Mac Orlan aan het voorbeeld van den Meester te danken hebben; bij dezen- toch is het avontuur niet gewoon een aan- eenschakeling van kokasse ervaringen, het is er de auteur inzonderheid om te doen het hart van de menschen te peilen die er in betrokken wordefi! De. geut van H. Cas- pa’s Nederlandsch is als een moulage op den Engelschen tekst : onze komplimenten ! Dre (A.A.L. Graumans: Brabantsche Brie- ven. Met houtsneden van Han Krug, 22§ blz. Den Haag, Boek én Periodiek, 1929. f. 2,25 Een keur uit de Brabantsche brieven ver- schenen in een aantal Nederlandsche gewes- telijke bladen. Eens vertrouwd met de taal (de brieven zijn in dialect geschreven) en dat gaat vlug, komt ge steeds meer onder de bekoring van dit sappige en geestige proza van dezen Brabantschen «Pallieter». Een gelukkig idee van de uitgeefster -deze Brabantsche brieven te bundelen, want wie ze las wil ook kennis maken met den roman van Dré, Armand Starck. Brabantsche brie- ven is. volgens-de traditie van het huis, zeer fraai uitgegeven en versierd met flinke houtsneden van Han Krug. Eigen Volk, Algemeen tijdschrift voor Volkskunde. De Bilt, De Branding, fr.7 0.--- In de jongste nummers o.m. bijdagen van J. Cornelissen, W. J. L. van Es, L. van Breen, J. P. Àerts, C. A. Grolman, J. A. Jolles. France, R. H.: Heelal, aarde en menschheid. Een reis door het wonderland der schep- ping. Met 24 groote platen èn talrijke penteekeningen, 242 blz. _____ Amsterdam, Andries Blitz, 1929. f- > Francé is een bekend wetenschappelijk vorscher die de gave bezit een uiteraard zware stof uiterst appetijtelijk en goe ver teerbaar voor te schotelen. De moeilijkste én, meest diepzinnige levensproblemen worden hier behandeld op een wijze, die meer we- tenschappelijk dan Boelsche, toch even boei- end is. Uit alles wat onderzoek en denk- kracht te voorschijn brachten heeft hij aj- leen datgene gekozen wat onomstootelijk vaststaat. Hij is er zich «volkomen van be- wust... over vele raadselen der wereld het zwijgen te hebben moeten bewaren; maar desondanks eindig ik met het gevóel, dat wat het schrijven van dit boek mij gaf, ook een troostend en verwarmend geschenk kart zijn voor mijn lezers. Dit geschenk moet zijn de wedergevonden overeenstemming tusschen godsdienst èn idealisme eenerzijds en de na-" tuurwetenschappen anderzijds en tenslotte de overtuiging, dat alles wat den mensch voert tot harmonie in zichzelf en met de wereld, die hem omringt, ligt opgesloten in de vervulling der groote wereldwetten en dat dit van belang is voor het geheel® menschengeslacht. Dit boek, heel fraai uitgegeven, én ver- lucht met talrijke platen mag in geen enkele degelijke boekerij ontbreken. Francken, Fritz: De Blijde Kruisvaart. Am- sterdam. Nederlandsche Uitgevers Maat- schap., 1929. Dit Vlaamsch oorlogsverhaal, menigmaal herdrukt, kreeg nu een prachtig kleed en hopen wij, een passende verspreiding. Waar buitenlandsche oorlogsliteratuur zooveel af- trek vindt, mag dezelfde belangstelling onze éigen literatuur, wel ten goede komen, Frazer, J. G.. Mensch, God en Onsterfelijk- heid, 386 blz. met register, Deventer, A. E. E. Kluwer, 1930. M 6.90 Het werk van Sir James George Frazer (geb. te Glasgow óp 1 Januari 1854) geniet eert internationale waardeering. Om een over- zicht van zijn theoretische inzichten, onbe- lemmerd door de menigte feiten, gemakke- lijk te maken, gaf hij kortgeleden zijn be- kend werk uit, waarvan J. A. Blok nu een Nederlandsche vertaling' bezorgde. In het eerste detel van zijn werk bestu- deert Frazer de mensch, in het tweede deel de mensch in de maatschappij, in het derde - deel de mensch in het bovenmenschelijke, m het vierde deel de mensch en de onsterfelijk- Het werk maakt geen aanspraak, beweert de bescheiden auteur, .om zelfs maar in ruwe omtrekken een samenhangend beeld. nog minder een geschiedenis te geven van s men- schen vooruitgang op eiken trap van geeste- lijke en maatschappelijke ontwikkeling. Z.U1K 35