975 om te eindigen bij 890. Dat maakt toch 975:360 of 5 romans en novellen per 2 dagen-. De schoolboekjes (Lager O. en U.L.O.) komen van 450 tot 1220. Is het noodzakelijk, dat de papier-economie die luxus draagt ? Hoezeer wij ook de mooie Nederlandse schooluitgaven op prijs stellen. Onze eigen cijfers zouden wellicht nog een grooter % aangeven ; maar Nederland heeft ook aan een grotere richtingsverscheidenheid te voldoen. Vergeleken bij het buitenland komt Nederland op de vierde plaats in de boekproductie per 100.000 inwoners in 1936 (Ijsland 266, Denemarken 95, Tscheco-Slovakije 76, Nederland 72) : op de derde plaats in 1937 (Ijsland 263, Denemarken 91, Nederland 68). De cijfers zijn voor 1937 : Ijsland 310 263 Denemarken 3.423 91 Nederland 5.896 68 Tsj.'Slovakije 10.994 67 Zwitserland . 2.119 50 Zweden 2.834 45 Frankrijk 17.714 42 Bulgarije 2.399 38 Engeland 17.284 37 Finland 1.337 37 Hongarije 3.328 37 Roemenië 6.600 37 Duitsland 21.491 32 Japan 30.732 31 Italië 11.093 26 Oostenrijk 1.489 22 mm a. 10.912 8 De onderlinge verhoudingen in de rubrieken geven aanleiding tot heel wat commentaren, die hier ^9 door plaatsgebrek — achterwege moeten blijven. De publicaties globaal naar aantal per maand geschikt leveren natuurlijk voor November de hoogste %. (uitgezonderd voor 1937 : Dec. 19.1 %), maar deze uitkomst krijgt een geheel ander karakter wanneer bepaalde boekrubrie- ken onder de loupe komen. Ongeveer 1/4 van de productie komt op rekening van de herdrukken (romans 7.7 ; kinderboeken 6.9 ; schooluitgaven : lager onderwijs 39.8 ; middelbaar onderwijs 15.7 ; technisch onderwijs 2.5). De taalrubrieken geven dit beeld : oorspronkelijk werk 77.6 (1935 : 82.1) ; Frans 3.9 (1936 : 4) ; Duits 2.7 (1938 : 3) ; Engels 2.9 (1937: 3.1). Om zich een beeld te vormen van de hoe-grootheid der bedrukte productie werd gezocht naar een standaardmaat, gevonden in de standaardbladzijde 38