_ 30 — drinckgelach voor synen willecom, gelyck de voorsaten van Vl. mildelyck hebben gedaen : Verwachten deselve cortoysie VI. altyt verobligeerde ende getrouw dienaeren. De vrij-gesellen van de Plantynsche Druckerye. Deze vraag werd mild beantwoord. De nieuwe heer ende meester vereerde de gezellen met een « bienvenue » van tien pond Vlaamsch en de smouters en vergaarders elk met een gulden, waarmede zij «vreughdich op sijn gesontheyt gedroncken » hebben (L, art. 70). Toen Henriette Plantin, de laatst overlevende dochter van den grondvester van het huis, in het jaar 1640 stierf, richtten de gezellen der drukkerij hun rouwklachten tot de erfgenamen te gelijkertijd met een verzoek om drinkgeld. De beeldspraak, die zij in dit rekwest gebruiken om te kennen te geven waar het eigenlijk om gaat, is een vernuftig euphemisme. Eerbare erfghenaemen ende vrienden vande Deughtsaeme inden Heere ghestorvene Henrica Plantijn. De vrygesellen van de Plantijnsche Druckerye door de inwendighe rouwe die sij in het herte draghen, over het tijdigh afsterven van Henrica Plantijn, die de leste Spruyte ende vruchte is van dien grooten en wereldt door vermaerden stam Christophorus Plantijn, wersoecke om te moghen genieten den segen vanden Requiem eternam ghelyck onse — voorsaeten genoten hebben vanden eersten Planter ende instelder van dese Druckerije, verhopende dat inden lesten tack van desen sap-dragende wijn- gaertranck, noch eenighe vochtigheyt sal wesen daer de Rouwdragende vry- gesellen hun bedroeft herte mede sullen comen laven. Blyvende altyt oot- moedighe ende gedienstighe etc. (Reg. CXX. — p. 201). Mocht het gebeuren dat de Meester zich een van zijn plich- ten niet tijdig genoeg herinnerde, dan veroorloofden de gezellen zich hem daar eerbiedig opmerkzaam op te maken. Ziehier een ee van dergelijke vermaning, gedagteekend van 4 April 1639 : | «Senor ende Meester, Het is onder ons een oudt gebruyck dat als ijmandt de cepel doet ver- geren dat hij de selve moet vereeren met eenen daelder, ende de cappel