commercialiseerden, groeiden tevens uit tot leverancier-bemiddelaar tussen de databank-producenten en de partikuliere gebruiker. Een nieuw perspektief dus voor de wetenschappers die opkeken tegen een onoverzichtelijke en soms hopeloze taak om een grondige literatuur- studie tot een goed einde te brengen. Het is immers algemeen geweten dat men zowel in de research wereld als in het bedrijfsleven al te dikwijls een serieus literatuuronderzoek verwaarloost vooraleer een nieuw project wordt aangevat. Omdat de vakliteratuur door de versplintering en de omvang vaak ontoegankelijk wordt geacht, en inderdaad in de praktijk ook is. Dat deze verwaarlozing verstrekkende gevolgen kan hebben hoeft geen betoog : duplicerend onderzoek betekent immers steeds tijdverlies en kan de industrie bovendien veel geld kosten. Sprekende — zij het misschien wat extreme — voorbeelden hiervan vindt men bij Vunderink.1 2. Zoekproces De procedure om een literatuuronderzoek via een terminal op een on- line-beschikbare databank uit te voeren is ruwweg als volgt te schetsen : De gebruiker (‘vraagsteller’) wendt zich met zijn aanvraag tot de informatiedes- kundige die grondig de structuur dient te kennen van het te ondervragen gegevensbestand, en bij voorkeur ook met het betreffende vakgebied ver- trouwd is. Deze zal als ‘vraagvertaler’, in overleg met de ‘vraagsteller’, een zoekprofiel opstellen, waarbij gebruik" kan gemaakt worden van diverse ‘zoektermen’ : 1. trefwoorden uit de titel of het abstract ; toegevoegde ‘descriptoren’, uit het vrije taalgebruik of ontleend aan een gestructureer- de standaardlijst, een ‘thesaurus’ ; 2. auteursnamen ; 3. tijfschrifttitel of -code; 4. type publikatie : artikel, boek, review of derg. ; 5. classifi- catiecode ; 6. organisatie waartoe de auteur behoort ; 7. taal van de publikatie ; 8. jaar van de publikatie ; 9. datum van opname in het bestand en volgnummer. Een belangrijk pluspunt op het manueel zoeken is dat men meerdere zoektermen gelijktijdig en in combinatie met elkaar kan invoeren. Een con- crete vraag naar literatuur wordt derhalve eerst vertaald in logische com- binaties van zoektermen tot een vraagprofiel. Via het toetsenbord van de terminal wordt dit vervolgens in de computer ingevoerd. Deze antwoordt steeds met een opgave van het aantal literatuurreferenties dat aan de zoek- term of de combinatie van zoektermen voldoet. Men kan deze ‘items’ zelf ook op elk moment op de terminal laten verschijnen. De zoekprocedure is een interactief proces : na het bekijken van enkele verkregen referenties kan het vraagprofiel worden bijgestuurd door nieuwe Vunderink, De noodzakelijkheid van literatuur-zoeken met een eigen on-line-terminal p umversiteit en hogeschool, in: Universiteit en Hogeschool 23 (1977), 4, p. 246-250. 24 / Bibliotheekgids—Jg. 54:—Nr. ] — 1978