| Object description |
Zou overleden zijn op 17 juni ca 64O te Vorst (Brussel).
feestdag 17 juni ; ook de zondag voor 19 juni wordt genoemd
Haar levensverhaal is als volgt overgeleverd..
Maagd en martelares in Vorst, liet zich dopen zonder medeweten van haar ouders. Haar vader liet haar vermoorden omdat zij tegen zijn voorschriften naar de kerk bleef gaan. Zij werd tegengehouden op de terugweg van de kerk, bij de schermutselingen werd haar arm afgerukt en vervolgens werd zij gedood.
Het lege graf van deze Merovingische heilige, een van de eerste martelaressen van België, is in de St-Denijskerk te Vorst.
BRON
Boek : De Heiligen
Stijn van der Linden
RECTO
AFBEELDING
In zwarte inkt gedrukt
Als jong meisje met een kroon op het hoofd, zij houdt zich vast aan een boom terwijl er aan haar arm wordt gerukt
TEKST
In zwarte inkt gedrukt
H. ALENA, BID VOOR ONS.
SAINTE ALÈNE, PRIEZ POUR NOUS.
PATRONES TEGEN DE OOGZIEKTENS, GEBOREN TE DILBEEK EN ALDAAR GODVRUCHTIGLIJK VEREERD.
8 CENTIEMEN
VERSO
In zwarte inkt gedrukt
Blad in twee delen
GEBED TOT DE H. ALENA
HEER, DIE DOOR EENE BIJZONDERE BERMHERTIGHEID DE H. ALENA GETROKKEN HEBT UIT DE DUISTERNISSEN VAN HET HEIDENDOM, EN HAAR VERLICHT HEBT MET HET LICHT VAN HET GELOOF, OM IN HAAR TE DOEN UITSCHIJNEN DE KRACHT VAN UWE GRATIE, ZOO DOOR DEN GLANS VAN HARE DEUGDEN ALS DOOR DE MIRAKELEN DIE GIJ UITWERKT DOOR HARE VOORBIDDING, MAAK DAT WIJ, HAAR VEREERENDE, ALLEN DEN GEESTELIJKEN EN TIJDELIJKEN BIJSTAND VERWERVEN, DIE WIJ NOODIG HEBBEN IN ONZE ZIEKTE. AMEN.
WIJ VERLEENEN HONDERD DAGEN AFLAAT ELKEN KEER DAT MEN DIT GEBED GODVRUCHTIG ZAL LEZEN.
MECHELEN; 13 JUNI 1866.
ENGELBERTUS,
CARD. – AARTSB. VAN MECHELEN.
PRIÈRE A SAINTE ALÈNE
SEIGNEUR, QUI PAR UNE SINGULIÈRE MISÉRICORDE AVEC RETIRÉ SAINTE ALÈNE DES TÉNÈBRES DU PAGANISME ET L’ AVEZ ÉCLAIRÉE DE LA LUMIÈRE DE LA FOI, POUR FAIRE RELUIRE EN ELLE LA PUISSANCE DE VOTRE GRÂCE, TANT PAR L’ ÉCLAT DE SES VERTUS QUE PAR LES MIRACLES QUE VOUS FAITES À SA PRIÈRE, FAITES QU’ EN L’ HONORANT NOUS RECEVIONS TOUS LES SECOURS SPIRITUELS ET TEMPORELS DONT NOUS AVONS BESOIN DANS NOS INFIRMITÉS. AINSI SOIT-IL.
NOUS ACCORDONS UNE INDULGENCE DE CENT JOURS À TOUS CEUX QUI RÉCITERONT DÉVOTEMENT CETTE PRIÈRE.
MALINES, LE 13 JUIN 1866.
ENGELBERT,
CARD. – ARCH. DE MALINES.
In zwarte inkt geschreven
VM.2008.013.011
OPMERKING
idem als MFA.1964.076.3252 |
