Jarenlang hebben wij geworsteld met de vraag op welke manier wij de lezers geleide- lijk tot hun hoogste niveau van ontwikkeling konden brengen. Indien wij persoonlijk redelijk goed wisten hoe wij te werk moesten gaan, dan was het toch niet altijd gemak- kelijk het eigen weten en kunnen ineens over te hevelen naar de medewerkers. Er bestond geen enkele duidelijk omschreven methode. We dienden dus zelf een nieuw werkinstru- ment te ontwerpen. We begonnen met het vastleggen van bepaalde principes en met het groeperen van zekere auteurs, eerst ten titel van voorbeeld, later meer systematisch. We raadpleegden andere bevoegde collega’s, de meningen werden getoetst en zo ont- stonden uiteindelijk de huidige auteurslijsten voor lectuurverbetering, eerst uiterst be- scheiden, later meer en meer uitgebreid. Deze auteurslijsten zullen straks de basis vormen voor de besprekingen in de beperkte discussie-groepen. We beklemtonen reeds nu, dat het hier nog altijd een onvolmaakt werkinstrument betreft. In de eerste plaats zijn de lijsten onvolledig. Dat kan uiteraard niet anders. Alleen de meest bekende auteurs werden opgenomen en dan nog liefst wanneer zij verschillende werken geschreven hebben. Soms werd een schrijver vermeld, van wie maar één boek in het Nederlands verschenen is, maar dan gebeurde dat : 1. omdat het boek typerend en representatief is en daarom juist zo goed past in het kader van de huidige literatuur- indeling, 2. omdat het een auteur betreft uit het Nederlands taalgebied. In deze lijsten wordt, buiten de litteraire waarde van de werken der opgesomde auteurs, vooral rekening gehouden met de aard van de behandelde onderwerpen. Hieruit blijkt bijgevolg voldoende dat deze auteurslijsten niet zozeer een litteraire waarde- bepaling willen vastleggen, maar dat veeleer getracht werd rekening te houden met de geschiktheid van bepaalde werken voor sommige categorieën van lezers. De indeling was niet altijd even gemakkelijk. Wij zijn er ons duidelijk van bewust dat een toevallige voorkeur, voortspruitende misschien uit de eigen geaardheid, de oor- zaak kan zijn dat heel wat auteurs op plaatsen vermeld worden, waar zij volgens anderen niet thuishoren. Ook de stemming op het ogenblik van het lezen kan ons oordeel beïnvloed hebben. Ondanks een angstvallig streven naar objectiviteit blijven dus zowel de indeling als de aanduidingen toch betrekkelijk arbitrair. Iedere literatuurindeling draagt onvermijdelijk een subjectief karakter omdat niemand zich volledig kan losmaken van zijn eigen persoonlijkheid. Er bestaan evenwel algemeen erkende normen, die ieder mens van goede smaak zonder aarzeling zal aanvaarden. In de auteurslijsten worden de drie voornaamste groepen van de lichter-aansprekende roman ontleed, namelijk de vrouwenlectuur (liefderomans, familieromans, enz.), de avonturenromans (in hun breedste betekenis) en de detectiveromans. De betiteling van deze groepen dekt niet steeds volledig de lading. Elk van deze groepen is onderverdeeld in 4 reeksen, waardoor dus in zekere zin een waardecijfer vastgesteld wordt, niet nood- zakelijk gebaseerd op zuiver litteraire maatstaven. Sommige auteurs passen evengopd in 'het kader van de vrouwenlectuur als van de avonturenromans. Ik denk bijvoorbeeld aan de figuur van John Knittel : met romans als In de schaduw van het geluk, Abd-El-Kader en De commandant past hij in de groep avonturenromans. Met werken als Via Mala, Thérèse Etienne en De weg door de nacht hoort hij ongetwijfeld thuis in de groep vrouwenlectuur. Ter verduidelijking nog één voorbeeld. Waarom wordt Zane Grey ver- meld in de tweede reeks van de groep avonturenromans. Zijn de verhalen van Zane Grey dan zoveel beter dan die van Charles Alden Seltzer, die afgevoerd moeten worden ? Ja, inderdaad, ze zijn beter. Wij worden herhaaldelijk geboeid door de natuurbeschrijvingen en wij stellen vast, alle verhoudingen in acht genomen, dat de auteur in zijn pioniers- verhalen het sociaal aspect van de strijd tegen de Indianen niet uit het oog verliest. Wij mogen natuurlijk de waarde van Zane Grey niet overschatten, maar daarom is zijn naam ook maar opgegeven in de 2de reeks van de groep avonturenromans. 153