hebben, beschreven door A. O. Exquemelin», verscheen de oorspronkelyke eerste uitgave in 1678 bv. Jan ten Hoorn, boekverkooper te Amsterdam, «over ’t Oude Heeren Loge- ment». In zijn boek beschreef de schrijver zijn eigen lotgevallen onder de zeeroovers. Naar men uit zijn verhaal kon opmaken was hij in 1666 als werkkracht «verkogt» door de Frans,chë West-Indische compagnie aan een planter te Tortuga; vervolgens werd hij over- gedaan aan een wondheelmeester (chirur- gijn) bij de boekaniers, als wiens helper hij vele van hun tochten meemaakte, totdat hij in 1672, na zijn losprijs te hebben opge- bracht, uit de West terugkoérde. Echter maakte de schrijver zich in zijn te boek ge- stelde avonturen nergens nader bekend noch noemde hij zijn ware naam en sinds dierl is het de vraag gebleven : Wie was A. O. Ex- quemelin ? Reeds de vroegste vertalers, van zijn boek erkennen zoowel omtrent zijn naam als zijn afkomst in het duister *te tasten. Aangezien in een tijd, dat er nog geen Berner Conver- tie bestond, boeken vrijelijk konden worden vertaald en «verbéterd»,-hadden zij het ook niet noodig gehad zich nader met uitgever of auteur in verbinding te stellen. De naam van den auteur werd óp de meest afwijkende manier geschreven. De veronderstelling, dat hij een Vlaming was, is verkeerd gebleken. «Op het oogenblik is de meening vrij al- gemeen, oordeelt ook v* Wessem, dat Ex- quemelin een pseudoniem zou zijn van dien- zelfden Hendrik Smeeks, die in 1708 bij den zoon van Jan ten Hoorn, Nieolaas, (die öok den tweeden en derden druk van het Ame^ rikaaiische zeeroöversboek bezorgde) een boekje uitgaf, getiteld « De beschryvinge van het Magtig koningrijk Krinke Kesmes -, een boekje, dat behalve dat het een vöorloo- per lijkt van Daniel Defoé’s «Robinson Cru- soe» en waarschijnlijk ook bekend is ge- weest aan den Engelschen schrijver, die.ver- trouwd was met de Hollandsche taal — in zijn nalatenschap werd o.a. een Hollandsch woordenboek gevonden — voor ons speciaal zijn belang heeft om het feit, dat Smeeks ér rijn eigen avonturen in vertejt van voor 1666. Volgens het meegedeelde in «Krinke Kesmes», kwam hij als 12-jarige jongen, «die lezen kon en schrijven», in 1657 (hijzelf geeft op 1 655, doch dat is, naar uit de documenten blijkt, een vergissing) in dienst van de Oost-Indische Compagnie te Batavia aan, vanwaar hij in 1658 uitvoer met de «Waekende Boey» oiA' het goud-schip «De Gulden Draeck» dat op de Westkust van Aüstralië schipbreuk had geleden, te zoeken. Aldaar aan land geko- men, dwaalde hij ^f en vond bij terugkeer zijn schip reeds vertrokken. In «Krinke Kes- mes» beschrijft hij zijn_ Robinson Crusoe- avonturen, die in de werkelijkheid maar en- kele dagen geduurd hebben. Ten slotte be- houden op Java. teruggekeerd, verliet hij, vermoedelijk in 1665, Indië, daar hij con- tractueel verplicht was 2-4 jaren bij de Oost-Indische Compagnie « voor. de mast » te dienen. Wat er voorviel tusschen 1665 en 1673, het jaar dat hij als hulp-heelmeester op ’s 'lands vloot kwam . en o.a. op het oor- logschip «Het Wapen van Essen» en het schip «De prins te paard» voer, is ónbekend. Een der argumenten voor Smeek s auteur- schap van « De Americaensche zeeroovets » betreft het feit, dat Smeeks’ onbekende jaren juist die zijn ,.welke hij in de West bij de boekaniers zou hebben doorgebracht, en die een hiaat vullen in zijn levensgeschiedenis, waarvan wij het verdere verloop nauwkeurig kennen, daar Smeeks zich, na zijn dienst op de vloot (tot 1678), in 1680 te Zwolle ves- tigde als chirurgijn, waar hij tot zijn dood, in 1721, bleef, en zich als lidmaat van de Hervormde Kerk liet aannemen. Het argu- ment, dat de naam van Smeeks ajs student in de medicijnen aan geen enkele universi- teit voorkomt, zoodat ook dit er voor pleit, dat hij, gelijk in het boek van Exquemelin beschreven staat, zijn handwerk als ch'irur- gijn’s helper bij de boekaniers heeft geleerd, is minder overtuigend : Prof, ' Valkhoff heeft in een artikel in het Haagsch Maandblad er op gewezen, dat de chirurgijn zijn opleiding niet aan een universiteit kreeg, maar als bar- bier en heelmeester in een chirurgijns-win- „kel en aldaar een chirurgijns examen aflei, waarna hij in de chirurgijnsgilde werd opge- nomen. » Liefhebbers van avontuur-verhalen, ver- geet Exquemelin niet... Fles, L. : Water en Vuur, 126 blz. Amster- dam, N.V. Em. Querido, 1931. Socialisme en godsdienst zijn onderwerpen aan de orde van den dag. De kritiek op de houding der S. D. A. P. in Nederland ten op- 121