Constant-Emmanuel Verhelst, werd dit volk wegens zijn slecht en barbaarsch gedrag, door den alsdan heerschenden vorst weg- gejaagd, na welk tijdstip de steenbakkerijen aan den heer van Rupelmonde zouden ove ergegaan zijn. De overlevering voegt er bij, dat de Kwêkers zeer bij idea waren, tot zooverre, dat zij lroomen in den dag ten uitvoer brachten. Indien zij, j ‚, droomden een mensch te moeten dooden, zij deden het. Ook waren zij om hun euveldaden alom gevreesd en leefden zij afgezonde ze van alle gemeenschap met de andere bevolking. Zij zouden op zekeren morgen allen eensklaps vertrokken zijn. » Steenbakkers. Te Steendorp zijn veel steenbakkerijen. Daar zijn het allemaal steenbakkers zegt het volk. Uit den v kh 3. Op den kerktoren van Steendorp hebben die van Rupelmonde het volgende spotrijm gedicht : « Och God ! och God! In de gelag zen zijn ze ZOE: Ze hebb d Sn 8 t Is precies ’ne mosterdpot ! en nen nieuwen toren, 1 1 . Gelaag steenbakkerij. Cornelissen, VI, 63. STEKENE. Tichelbackers. Teghelbackers. In de een, van der Steden van Vlaenderen (einde XIV* eeuw) worden de Stekenaren Tichelbackers van den Ste- kene genoemd, in den L angen Adieu van den Brugschen dichter Eduwaert de Dene Teghelbackers van Stekene. De Potte er en Broeckaert. (Geschiedenis der Gemeenten van Oost-Vlaanderen. Stekene) stippen aan dat vroeger de steen- en tichelbakkerijen zeer talrijk waren te Stekene. De meeste dezer 195 he!