| Full text |
tie van hun privilegie inhoudend dat zij zouden mogen blij-
ven in Zeeland, verbeidende den goeden wind en soortgelijke
is het «zeggen» dat de Engelschen hun privilegiën zullen
gebruiken alzoo hun die verleend zijn, en desgevallend, waar
zij ampliatie verlangen, zullen die van Antwerpen hun assis-
tentie doen bij den hertog en zijn Raad; 2) aangaande de
restitutie van tolgelden, zullen de wethouders van Antwerpen
de Engelschen helpen om hun recht te verkrijgen, en werd
in zake assisen den Engelschen iets onrechtmatigs afgenomen.
zullen die van Antwerpen daarvoor instaan en dat vergoeden ;
3) in zake den rolwagen zullen de Engelschen hun privilegie
genieten en wanneer die van den rolwagen daartegen doen.
zullen ze, eens vermaand, daaraan verbeuren een halven gul-
den ; 4) in zake wijn en bier die de Engelschen vermeenen
te mogen inleggen zonder assise te geven, zullen de Engel-
schen hun privilegie hebben en zal de gouverneur een ton
wijns in elke markt mogen koopen en drinken, vrij, maar
niet mogen verkoopen ; 5) aangaande de gilde der draperie
zal men voor alles het recht der stad hanteeren en goede
en korte expeditie doen ; 6) in zake het meten van het lijn-
waad, is herinnerd dat de gezworen meters daarop zijn ge-
steld : wel mogen de Engelschen een hermeten vragen, maar
| als blijkt dat de eerste meting juist was zal de meter dubbel
d lon hebben ; en moedwillig mismeten zal streng gestroft wor-
ij den ; 7) zal de stad Antwerpen de Engelschen assisteeren in
FE het doen gelden van hun saulffconduict’s.
ij D't accoord werd geacteerd bij heer Jan van der Straeten,
openlbaar notaris in presentie van beide partijen, waarna de
Í stad Antwerpen er haar zegel ter zaken aan hing ten teeken
| dat zij alles aanvaardde. Dit laatste (met nog andere beze-
| gelingen) werd gedaan te Mechelen, in de herberg den Ingel,
| in presentie van heer William Amy, kapelaan van de Engel-
| sche kooplieden, meester Jan Brugman, secretaris van den
162
? |
