| Full text |
dens de Bamismarkt 1470 te Antwerpen lagen, en met goe-
deren voor Engeland geladen uitzeilden naar Kales, om voort
deze goederen naar Engeland te brengen, liepen groot gevaar
voor de «uitleggers» of vrijbuiters, waarvan er ettelijke te
Danzig, de Hansestad, in- en uitliepen. Onze Hanse-koop-
lieden zijn er om verdacht en dan ook om bevreesd (1).
De Sinksenmarkt van Antwerpen van 1472 zal er om ver-
laten zijn door den « koopman ».
Immers, kort voor de Sinksenmarkt heeft de Brugsche
« koopman », daartoe aangezet door de Wendische steden, zijn
secretaris aan Antwerpen gezonden om te weten, gezien de po-
litieke verhoudingen met Engeland, of, indien Antwerpsche
burgers schade lijden van de «uitleggers» of (Oostersche)
zeekapers, de stad Antwerpen toch steeds haar compositie ten
overstaan van den «koopman» zou onderhouden, in dezen
verstande dat men hem niet verantwoordelijk zou stellen voor
het kwaad door anderen aangedaan. Daarop heeft Antwerpen
den secretaris geantwoord dat indien Antwerpsche burgers
door de Wendische steden of hun « uitleggers >» ter zee eenige
schade leden, de stad hun recht niet weigeren kon aan de
eigen burgers.
En daarop heeft de «koopman» de Sinksenmarkt geme-
den.
Op de Hansevergadering te Lübeck in Juli 1472 gaf secre-
taris Niklaas Cunonis, namens den koopman van Brugge ver-
slag over de zaak. Wel wil de «koopman» dat indien de
«uitleggers» ter zee goederen nemen van Antwerpsche bur-
gers, dat die goederen te samen zouden blijven om verder
te overleggen… En de steden besloten Niklaas te gelasten te
Brugge aan te dringen bij den «koopman» om de vriend-
schap met Antwerpen nog niet af te breken, en eerder te
ijveren opdat die van Antwerpen hun compositie (van 1468)
door den vorst zouden doen verzekeren, Het dunkt de steden
(1) Op. eit… VI, blz. 366.
144
? |
