| Full text |
hertog, Jan van Heffen, waard
tuigen (Ll).
in den Engel, en twee ge-
Nieuw verbod op de Engelsche lakens. 1464.
De vrede hersteld met de sta
d tegen de Sinksenfoor van
1458. bleef staande in de eerst-volgende jaren, en werd be-
vorderd door akten van den hertog, die den « intercourse »
van de koopmanschap tusschen
krson en die van den hertog, var
lang, verlengde (2).
Dit duurde echter slechts tot
jaar zooals reeds in onze politie
de landen van de Engelsche
1 jaar tot jaar, voor één jaar
1464. Op 26 October van dit
ke geschiedenis opgeteekend,
verbood hertog Philips den handel in Engelsche lakens, in
onze landen.
«Nos pays», zegt de hertog,
«sont principalement fondés
sur fait de draperie et ont été et sont grandement grevés et
endommagés, et le fait de la
amoindri, diminué et taillé de
draperie d'illece grandement
venir du tout à néant.» En
terwijl vroeger hun wol aan redelijken prijs werd verkocht,
eischen de Engelschen thans een fel-overdreven prijs of wei-
geren te verkoopen « sinon à ball
loir recevoir la monnaie courante», zoodat goud en zilver uit
het land gaan. Om beide redenen worden dan gebannen uit
Brabant, Vlaanderen en de andere heerlijkheden van den her-
tog, de lakens en garens gemaakt in Engeland, zoogezegd op
bede van de lieden dezer landen en steden, « par manière
d'édit perpétuel et irrévocable.» De Engelsche weefsels die
men nog zou vinden moesten verbrand worden, één maand
na de publicatie van dezen ban.
(1) Het stuk is gecopieerd in Groot papieren privilegieboek, en in de
bundels der Engelsche natie boven v
(2) Zie de «verlenging» van 13 November 1462 in beide de bundels
ieden, ad annum op verscheiden
Engelsche natie en Engelsche koopl
exemplaren. (Stadsarch.).
on d'or et d'argent, sans vou-
ernoemd.
? |
