| Full text |
zaad en ander graan, welke goederen met het marckschip
naar Mechelen werden gevoerd.
Wouter Cul van Zandvliet (oud 94 j.) heeft van over 80
jaren bot, mosselen en verschen haring naar: Antwerpen ge-
voerd, en elk mocht varen op zijn rechten tol, en hij voerde
mosselen te Mechelen en langs Heffen tot Brussel, zonder
beletsel.
Zeger de Bot, van Zandvliet, bracht haring en visch te
Antwerpen, en als hij heeft willen doorvaren naar Mechelen,
heeft hij gelaten van zijnen visch op den ganck (1), om dien
door de vischkoopers te doen hanteeren, en met den surplus
is hij peisievelijk doorgevaren waar het hem geliefde.
Peter Noutssone van Zandvliet bepaalt dat wanneer hij
wilde doorvaren te Antwerpen met zijn visch, hij op den
ganck heeft gelaten zooveel visch als de vischkoopers van Ant-
werpen hebben wilden, ter provantien van de stad.
Adriaan Moens uit Vlaanderen, bracht te Antwerpen koorn
en haver uit Douay, Gent, Aalst, Holland en elders. De laat-
ste 24 jaren heeft hij te Antwerpen herberg van kooplieden
gehouden, en zijn gasten brachten naar Antwerpen koorn,
haver en molensteenen.
Laureis van Rode, schout te Turnhout, getuigt over de ju-
yisdictie van Antwerpen op Turnhout (uitroeping, ban, enz.).
Jan Witte van Steenbergen brengt schelvisch, kabeljauw,
haring.
Jacob de Maech, poorter en hostelier, heeft in den herts-
horen op de Rui, de klienteel der Mechelsche kooplieden
(mnaamlijst). Zij koopen hier haver, tarwe, zaad voor Me-
chelen, voor Brussel, Leuven, Diest en Leeuw en in vroeger
tijden repten ze nooit van een keten te Heffen.
Volgt een reeks oude menschen die van uit hun jeugd her-
(1) De beteekenis is waarschijnlijk ter beschikking van eventuëelen
kooper-op-de-loopplank.
? |
