| Full text |
Maar daar zouden de smeden nu toch niet lang meer mede
wachten.
De statuten der smeden zijn neergelegd en erkend gewor-
den op 1 Maart 1435 (1). De tekst laat goed aanvoelen dat
reeds menige regels gewone formuul zijn:
(1) Eerste ambachtsboek, f° 12.
Dit zijn de punten en statuten die de schout, de bur-
gemeesters, schepenen en raad van de stad verleend en
geconsenteerd hebben aan de goede knapen van het
smedenambacht :
1) dat het ambacht geregeerd zal worden door twee
dekens uit de goede knapen van het ambacht en dat de
heer en de stad de dekens jaarljks stellen en verande-
ren zullen.
2) dat zij niemand in het ambacht ontvangen zullen
zonder den heer en de stad te kennen te geven wie
het is.
3) dat zij iemand hun ambachtskleederen geven zullen
noch ontvangen die het ambacht niet doet of doet doen
en schot en lot met het ambacht hebbe.
4) dat wie in het ambacht komen wil, pcorter zijn moet
en geven van inkomen vier oude schilden, en den de-
kens en den gezwoornen twee gelten Rijnwijn
dat geen poorter in de stad geenerhande nagelen zal
mogen verkoopen of voorvenster daarvan houden, die
buiten gemaakt zijn, alzoo verre als men die of derge-
lijke in de stad maakt, uitgenomen dat alle vreemd
man eenen dag ter week nagelen zal mogen verkoopen.
Item als de dekens en gezwoornen vergaderen over
zaken den heer, de stad of hun ambacht gemeenlijk aan-
gaande, dat dan elk van hen hebben zal elks daags 2 gr.
voor zijn verlet en moeisel…
Item dat niemand sloten maken zal naar eenige prent,
? |
